This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Wat gaan we vandaag doen?
Bespreken gemaakte werk/vragen stellen
Terugblik
Uitleg: alineaverbanden-verbindingsmanieren
Zelf aan de slag
Slide 1 - Slide
Alineaverbanden-verbindingsmanieren
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog?
Blok .. : blz. ... drie zins- en alineaverbanden (verbindingsmanieren)
Welke drie alineaverbanden ken je tot nu toe?
Uitspraak - ...
Uitspraak - ...
Uitspraak - ...
Slide 3 - Slide
Wat weet je nog?
Blok 3: blz. 143 - 3 zins- en alineaverbanden (verbindingsmanieren)
Welke drie alineaverbanden ken je tot nu toe?
Uitspraak - opsomming
Uitspraak - tegenstelling
Uitspraak - voorbeeld
Slide 4 - Slide
Begrippen lezen/tekstbegrip:
Alineaverbanden - verbindingsmanieren: Alineaverbanden en verbingsmanieren zorgen voor een logische volgorde en geven structuur aan een tekst. Er zijn vier manieren waarop dat verband kan worden aangegeven:
- het gebruik van signaalwoorden - herhaling - overgangszinnen met een verwijzing - aankondigende zinnen
blok 4 blz. 187
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
4 nieuwe alineaverbanden
middel-doel
oorzaak-gevolg
uitspraak-vergelijking
uitspraak-reden
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
'Maar' is een signaalwoord. Bij welk verband hoort dit signaalwoord?
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
reden
D
opsomming
Slide 9 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 10 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 11 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 12 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
vanwege
B
zoals
C
tot slot
D
toch
Slide 13 - Quiz
'zo' is een signaalwoord voor:
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
opsomming
Slide 14 - Quiz
Signaalwoorden..
A
verwijzen naar iets in de tekst.
B
geven aan dat iets van iemand is.
C
geven een eigenschap aan.
D
geven een verband aan in de tekst.
Slide 15 - Quiz
OOK
is een signaalwoord voor
A
Voorbeeld
B
Opsomming
C
Chronologisch
D
Tegenstelling
Slide 16 - Quiz
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor uitspraak-voorbeeld?