Op jezelf wonen week 41 h4

Op jezelf wonen
1.3   Huren
1.3  Kopen
1.3  Lineaire hypotheek
1.3  Annuïteitenhypotheek  
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Op jezelf wonen
1.3   Huren
1.3  Kopen
1.3  Lineaire hypotheek
1.3  Annuïteitenhypotheek  

Slide 1 - Slide

Wat zou jij doen, een huis kopen of huren? Leg uit waarom.

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Video

EEN HUIS HUREN

Slide 4 - Slide

Noem 2 voordelen van het kopen van een huis.

Slide 5 - Open question

Noem 2 voordelen van het huren van een huis.

Slide 6 - Open question

Woonhuis kopen of huren?
Kopen: eigendom, na afbetaling hypotheeklening is de woning van jou, zelf je woning naar wens aanpassen.

Huren: minder stappen zetten om het huis te bemachtigen, groot onderhoud door verhuurder, geen risico waardedaling, korte opzegtermijn.

Slide 7 - Slide

Sociale huurwoningen
Een sociale huurwoning is een huurwoning met een maximale netto huurprijs van € 737. De meeste sociale huurwoningen zijn in bezit van woningcorporaties. 

  • Huur afhankelijk van puntensysteem
  • Jaarlijkse huurverhoging gemaximeerd
  • Soms huurtoeslag mogelijk
  • Te huren bij een inkomen tot de inkomensgrens +/- € 39.000 per huishouden

Slide 8 - Slide

Huurtoeslag: alleen voor een sociale huurwoning

Huurders van een sociale huurwoning met een laag inkomen kunnen via de belastingdienst huurtoeslag aanvragen. 

Slide 9 - Slide

Vrije sectorhuurwoningen
Huurwoningen met een maandhuur vanaf € 737 noemen we huurwoningen in de vrije sector. 

  • Geen huurtoeslag mogelijk
  • Geen maximum aan jaarlijkse huurverhoging 

Slide 10 - Slide

Plichten huurder
  • Huur betalen
  • Opzegtermijn, meestal één maand
  • Aanpassen of verbouwen woning alleen met toestemming, anders bij einde huurcontract opleveren in de oorspronkelijke staat
  • Klein onderhoud; schoonmaken, tuin etc. 

Slide 11 - Slide

Plichten verhuurder
  • Woning ter beschikking stellen 
  • Opstalverzekering betalen 
  • Groot onderhoud uitvoeren
  • Huurcontract moet voldoen aan regels Burgerlijk Wetboek en andere wetten
  • Opzegging alleen met wettelijke grond toegestaan; minimaal 3 maanden van te voren

Slide 12 - Slide

EEN HUIS KOPEN
Uitleg begrippen
Kosten koper 

Slide 13 - Slide

Wie heb je nodig om een huis te kopen?
Noem drie partijen die een rol spelen voor een koper in het aankoopproces van een huis.

Slide 14 - Open question

Stappenplan huis kopen
Bepaal je budget: hoeveel kun je op basis van je inkomen lenen? 
Hoe wil je wonen? Huizen zoeken die bij je wensen passen doe je bijvoorbeeld op Funda.nl.  

Eventueel huur je een aankoopmakelaar in die mee zoekt naar een geschikte woning, mee gaat naar bezichtigingen en de onderhandeling over de aankoop voor je doet. Hiervoor betaal je een vergoeding, een courtage 
Huizen bezichtigen
Als koper en verkoper het eens zijn over de prijs en voorwaarden ondertekenen ze beiden een voorlopig koopcontract. Er staan vaak ontbindende voorwaarden in, dat zijn redenen om zonder kosten van de koop af te kunnen zien. Bijvoorbeeld als de koper de hypotheek niet kan krijgen die nodig is om de woning te betalen 
Als je een hypotheek nodigt hebt is het tijd om deze te regelen, veel mensen schakelen hiervoor een hypotheekadviseur in. De bank die je het geld wil lenen zal een taxatierapport verplicht stellen. Een taxateur stelt de marktwaarde van de woning vast en legt dit vast in een rapport. 
De notaris stelt de verkoopakte op. Hiermee wordt het eigendom van de woning overgedragen van de koper naar jou!

De verkoopakte en de hypotheekakte worden door de notaris ingeschreven bij het Kadaster. Dit is een openbaar register waarin belanghebbenden kunnen zien wie eigenaar is van een woning en of er sprake is van een hypotheek op de woning 

Slide 15 - Slide

JE HUIS FINANCIEREN

Slide 16 - Slide

Lineaire hypotheek

Slide 17 - Slide

Verloop schuld
Verloop jaarlijkse uitgaven
Lineaire hypotheek

Slide 18 - Slide

Lineaire hypotheek
De rente over het eerste jaar is het rentepercentage x de restschuld aan het begin van het jaar. 

In de tabel lees je in kolom A af dat de restschuld aan het begin van het eerste jaar € 100.000 is. Boven kolom C lees je af dat de rente 6% is. 

De rente over het eerste jaar bereken je dan als volgt: 6% x € 100.000 = € 6.000 


Wat is de schuldrest aan het begin van jaar 3?  

Aan het begin van jaar 3 hebben er twee aflossingen plaatsgevonden, de aflossing aan het einde van jaar 1 en de aflossing aan het einde van jaar 2. 

De schuldrest is dan de hoogte van de oorspronkelijke lening € 100.000 - 2 x € 10.000 = € 80.000

Slide 19 - Slide

Belastingvoordeel
Een deel van de betaalde hypotheekrente krijg je terug van de belasting. Dit noemen we ook wel een fiscaal voordeel of hypotheekrenteaftrek

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Annuïteitenhypotheek
Een annuïteit is een periodiek bedrag aan interest en aflossing samen. De annuïteit blijft elk jaar hetzelfde, wel verandert de samenstelling van de aflossing en de interest. 

Slide 22 - Slide

Aflossingsschema bij een annuïteitenhypotheek

Slide 23 - Slide

Lineair - Annuïteiten

Slide 24 - Slide

Hypothecaire leningen
Lineaire hypotheek
Annuïteitenhypotheek

Slide 25 - Slide

Vind je de lesstof nog lastig? Bekijk dan de uitleg in de volgende video's.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

0

Slide 29 - Video