Ch 2 - les 1

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

We verwachten van jou dat je...

• rustig het lokaal binnenkomt zonder telefoon: je telefoon zit in je tas.
  
• jouw spullen/boeken op tafel legt.
  
• laptop is opgeladen.
  
• vriendelijk praat tegen je klasgenoten en de docenten.
  
• stil 🤫 bent als dat gevraagd wordt. Je praat niet door de docent of door je klasgenoten heen!
  
• een actieve houding hebt (je zit rechtop, doet goed mee en stelt vragen als je het niet begrijpt)
• goed voorbereid naar de les komt (je hebt je huiswerk gemaakt en geleerd)

Script:

eerste keer waarschuwing

tweede keer aan het eind van de les blijven zitten

Qu'est-ce qu'on va faire?

• dagopening
• objectifs Chapitre 2
• parler
• vocabulaire A
  
• écouter
• lire

dagopening

geven/ontvangen

Door een cadeau goed te ontvangen, geef je eigenlijk een cadeau terug.

Geven

Vind jij het leuk om iemand iets te geven?

Wat verwacht jij van de ontvanger van je cadeau?

Wat vind jij nu echt leuk om te krijgen?

Chapitre 2

• Ik kan mijn familieleden voorstellen.
  
• Ik kan vertellen welke huisdieren ik heb en wat ik van ze vind.
  
• Ik kan werkwoorden op -er vervoegen
  
• Ik kan bijvoeglijke naamwoorden op de juiste manier gebruiken.
  
• Ik kan mijn huis beschrijven.
  
• Ik kan vertellen waar ik woon.
  
• Ik kan mijn omgeving beschrijven.

Parler

Réponds aux questions en phrases complètes.

Chapitre 2 - introduction

Regarde le film.

Luc est français, mais il habite aux Pays-Bas.

Il parle de la France et des Pays-Bas.

Welke verschillen tussen het Franse platteland en de stad

worden genoemd?

Qu'est-ce que tu vois?

Chapitre 2 - A

Prends ton livre à la page 88.

-Lis les mots et les phrases.

-Écoute bien.

-Répète-les.

Vocabulaire

Leren woorden/zinnen A

Nu: 10 minuten in stilte oefenen met de woordjes (Slim Stampen, Quizlet, WRTS, vanuit je boek)

www.quizlet.live

Chapitre 1 - Écouter

Prends ton livre à la page 60.

-On va faire exercice 5 et 6.

Chapitre 1 - Lire

Prends ton livre à la page 65.

-On va faire exercice 10, 11, 12

devoirs

leren woorden/zinnen A

maken opdracht 10, 11, 12

famille et animaux