11.2 Bevruchting

 11.2 Bevruchting
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 11.2 Bevruchting

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Wat weet je nog?
  • Uitleg over bevruchting
  • Opdrachten maken 

Slide 2 - Slide

Gebeurtenissen
A
B

C
D

E
F

A
B
C
D
E
F

Slide 3 - Drag question

Wat wordt hier beschreven?
"De eicel is rijp en barst uit de follikel."

Slide 4 - Open question

In welke periode van de menstruatiecyclus is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
Rond de ovulatie
C
Tijdens het rijpen van de eicel
D
Als het baarmoederslijmvlies dik is

Slide 5 - Quiz

1
2
3
4
Zet de plaatjes in de juiste volgorde. 1 is het begin van de menstruatiecyclus.

Slide 6 - Drag question

Het baarmoederslijmvlies is niet altijd even dik. Wanneer is het baarmoederslijmvlies het dunst?
A
Aan het begin van de menstruatie
B
Enkele dagen na de eisprong
C
Direct na afloop van de menstruatie
D
Enkele dagen voor de eisprong

Slide 7 - Quiz

Welke functie heeft het baarmoederslijmvlies ?
A
Zorgt ervoor dat een meisje ongesteld wordt
B
Heeft geen functie
C
Zorgt ervoor dat een bevruchte eicel kan innestelen
D
Zorgt ervoor dat de hypofyse geslachtshormonen gaat afgeven

Slide 8 - Quiz

Menstruatiecyclus: Hoe lang blijft een eicel bevruchtbaar?
A
14 dagen
B
28 dagen
C
12 - 24 uur
D
0 - 12 uur

Slide 9 - Quiz

Waar of niet waar?

1. Op dag 1 van de menstruatie cyclus begint de menstruatie.
2. Op dag 1 van de menstruatie begint een eicel te rijpen.
A
1 is waar
B
2 is waar
C
1 en 2 zijn waar
D
1 en 2 zijn niet waar

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen van 11.2
- Je kunt uitleggen hoe een zaadcel bij een eicel komt. 
- Je kunt uitleggen wat er na de bevruchting met de eicel gebeurt.

Slide 11 - Slide

De weg van een zaadcel

1. zaadlozing in de vagina

2. zaadcellen zwemmen door de baarmoedermond naar de eileiders

Slide 12 - Slide

De bevruchting
Bevruchting: de celkern van een zaadcel en de celkern van een eicel smelten samen.  

Slide 13 - Slide

Na de bevruchting
De bevruchte eicel gaat delen -> 2 cellen 
-> 2-4-8-16.... bolletje cellen
-> bolletje cellen gaat naar baarmoeder, duurt 4-5 dagen
-> innesteling: bolletje cellen gaat vastzitten in het baarmoeder-slijmvlies

Slide 14 - Slide

Zwanger
Vanaf de innesteling noem je het bolletje cellen: embryo

De vrouw wordt niet meer ongesteld en is zwanger/ in verwachting

Zwangerschapstest om het zeker te weten.

Slide 15 - Slide

van de eierstokken -> via de eierleider -> naar de baarmoeder

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Maken 11.2
Eerste 8 minuten in stilte
Af op 
Maken: 1 t/m 12 (13 t/m 18)

Klaar? 
Samenvatting maken/leerdoelen uitwerken
timer
8:00

Slide 18 - Slide

 11.2 Bevruchting
deel 2

Slide 19 - Slide

Deze les
  • Anticonceptiemiddel in groepje bekijken
  • Mini-presentatie
  • Extra toelichting
  • Opdrachten maken

Let op: vrijdag 16 februari S.O. over 3.1 t/m 3.3 (laptop mee!)

Slide 20 - Slide

Leerdoelen van 11.2
- Je kunt uitleggen op welke manieren je een zwangerschap kunt voorkomen. 

Slide 21 - Slide

Hoe voorkom je zwangerschap?

Een voorbehoedsmiddel is goed als het aan de volgende voorwaarden voldoet:
  1. Het voorkomt een zwangerschap
  2. Het is gemakkelijk in gebruik
  3. Het is niet schadelijk voor de gezondheid

Slide 22 - Slide

Wat willen we?

Optie 1: Jullie gaan in groepjes uiteen en kiezen ieder één anticonceptiemiddel. Tien minuten om er info over te verzamelen en dan telkens twee groepjes aan elkaar uitleggen of klassikaal.

Optie 2: Ik leg alles uit. :) 

Slide 23 - Slide

Wat ga je doen? (15 minuten)
Je krijgt per groepje van 3-5 personen een anticonceptiemiddel.

Je zoekt informatie op over dit anticonceptiemiddel.

Je maakt een presentatie van ong. 2 minuten. Iedereen werkt mee aan deze presentatie.
Wat komt er in de presentatie:
  • hoe ziet het middel eruit?
  • hoe werkt het? / hoe moet je het gebruiken?
  • wat voor bijwerkingen heeft het?
  • hoeveel wordt het gebruikt (en waarom)?
  • andere bijzonderheden


Presentatie inleveren via It's Learning
timer
14:00

Slide 24 - Slide

Condoom
Een condoom vangt de zaadcellen op, zodat ze niet in de vagina van de vrouw komen.
Het condoom is het enige voorbehoedsmiddel wat ook beschermt tegen SOA's!

Slide 25 - Slide

Anticonceptiepil
  • Bevat hormonen die de eisprong voorkomen.
  • Hierdoor rijpt er dus geen eicel en kan die ook niet bevrucht worden.
  • Zorgt er ook voor dat het slijm in de baarmoedermond dikker wordt ->  zaadcellen kunnen moeilijker naar binnen komen.

De meeste pilsoorten slik je 21 dagen, waarna je een stopweek hebt. In
die stopweek wordt je dan ongesteld.


De pil beschermt niet tegen SOA's!


Slide 26 - Slide

Anticonceptiepleister en (hormoon)staafje
  • Zitten hormonen in die hetzelfde werken als de pil: zorgen dat er geen eisprong plaatsvindt.
  • De pleister plak je op je huid (elke week), het hormoonstaafje (zit 3 jaar) wordt onder de huid geplaatst.

Slide 27 - Slide

Spiraaltje
  • Wordt in de baarmoeder geplaatst. Om het steeltje van het spiraaltje zit koperdraad of er zitten hormonen in.
  • Voorkomt dat een bevruchte eicel zich kan innestelen en zorgt voor meer slijm rond de baarmoedermond. 

Slide 28 - Slide

Sterilisatie
  • niet-tijdelijk
  • zaadleiders/eileiders worden afgebonden en doorgesneden.

Slide 29 - Slide

Onbetrouwbare methoden
Coïtus interruptus/ terugtrekken: de man trekt zijn penis terug uit de vagina voordat hij klaarkomt. 

Periodieke onthouding: geen geslachtsgemeenschap tijdens de vruchtbare periode. 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Link

Morningafterpil
Er is iets misgegaan:
- condoom gescheurd of het is misgegaan bij het verwijderen o.i.d.
- een pil vergeten en toch seks gehad

Morning-afterpil: innemen binnen 72 uur, voorkomt innestelen van de bevruchte eicel.

(kost minstens €15, dus vrij prijzig)

Slide 32 - Slide

Abortus
Abortuspil: <9 weken zwanger bent

Zuigcurettage: <13 weken zwanger bent. Met een dun zuigbuisje wordt dan via de vagina de baarmoeder leeggemaakt. Bij een zuigcurettage wordt het vruchtje uit de vagina gezogen.

Operatief: > 13 weken tot 22 weken zwangerschap. De baarmoeder met een zuigbuis en instrumenten leeggemaakt. Niet alle abortusklinieken doen dit.  

Slide 33 - Slide

Een vrouw heeft zich laten steriliseren. Vinden bij deze vrouw nog menstruatie en ovulatie plaats?
A
Wel menstruatie en geen ovulatie
B
Alleen ovulatie en geen menstruatie
C
Zowel menstruatie als ovulatie
D
Zowel geen menstruatie als geen ovulatie

Slide 34 - Quiz

Drie voorbehoedsmiddelen zijn de pil, het condoom en het spiraaltje. Bij welke van deze voorbehoedsmiddelen berust de werking op het voorkomen van ovulatie?
A
Bij de pil
B
Bij de pil en condoom
C
Bij de pil en het spiraaltje
D
Bij alle drie.

Slide 35 - Quiz

Maken
Eerste 5 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 11.2
Maken: opdracht 13 t/m 18

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf (11.2)

timer
5:00

Slide 36 - Slide