Hoofdstuk 2.3: Geld te kort?

Welkom  
economen!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom  
economen!

Slide 1 - Slide

Vandaag
1. Herhaling 2.2
2.Maken SV 2.3
3. Uitleg rekenwerk
4. Maken (huis)werk
5. Afsluiten les

Slide 2 - Slide

Vandaag
1. Herhaling 2.2
2.Geld les!

Slide 3 - Slide

Check van 2.2 
  • Welke 3 functies kan geld hebben?
  • Welke redenen zijn er om geld te sparen?
  • Wat is rente?
  • Bereken 1,7% rente van € 23.100 
Ruilmiddel
Spaarmiddel
Rekenmiddel
Sparen voor doel
Sparen uit voorzorg
Sparen voor rente
Rente is een vergoeding die je van de bank krijgt voor je spaargeld
€ 23.100 : 100 x 1,7 = € 392,70

Slide 4 - Slide

Hoofdstuk 2:
Hoe ga je met geld om?

2.1 Jouw inkomsten / uitgaven
2.2 Met geld kun je meer
2.3 Geld te kort?
2.4 Voor alle zekerheid

Slide 5 - Slide

Lesdoel van vandaag
Na deze les weet/kan je...:
      • Welke redenen je kunt hebben om geld te lenen
      • Hoe een bank geld uitleent
      • Op welke manier je de kosten van een lening berekent
      • Hoe je een percentage berekent







        Slide 6 - Slide

        Wat vond jij van de lesstof?
        <- lastig 
         of 
        makkelijk ->
        Aan de slag!
        Iedereen: Maken samenvattende vragen par 2.3 --> opdracht 13 t/m 18
        timer
        5:00

        Slide 7 - Slide

        Lenen 
        • Geld gebruiken van een ander


        • Waarom geld lenen?
        • 1. Nu iets kopen, maar je hebt nog niet genoeg geld
        • 2. Onverwachts dringend geld nodig


        Slide 8 - Slide

        Waar of niet waar?

        Slide 9 - Slide

        Rente


        • Bij sparen ontvang je rente
        • Bij lenen betaal je rente

        Slide 10 - Slide

        Geld lenen bij een bank
        • Betaal je terug met een vast bedrag per maand =  maandtermijn. 

        • Maandtermijn bestaat uit twee delen:
        1. Aflossing: Je betaalt in stukjes de lening terug.
        2. Rente: Een vergoeding aan de bank omdat je hun geld mocht lenen.

        Slide 11 - Slide

        Geld lenen bij een bank
        • Betaal je terug met een vast bedrag per maand =  maandtermijn. 

        • Kredietkosten berekenen (niet in het boek)
        1. Kredietkosten: alles wat je meer betaald dan de lening
        2. Maandtermijn x termijnen - lening = kredietkosten

        Slide 12 - Slide

        Percentage berekenen
        Ga naar blz. 58. 

        Slide 13 - Slide

        Percentage berekenen
        Ga naar blz. 58. 
        deel : geheel x 100 = 

        Slide 14 - Slide

        Rekenen
        deel : geheel x 100 = 

        Slide 15 - Slide

        Antwoord 
        a. De aflossing is €200
        Aflossing= Je betaalt in stukjes de lening terug. Dus totale aflossing is je leen bedrag

        b. Je betaald €15 aan rente
        €215 - €200 = €15 dat je extra betaald, dus je rente

        c. €15 : €200 x 100%= 7,5% betaal je voor deze lening
        deel : geheel x 100%= rentepercentage

        Slide 16 - Slide

        1. Maak vanaf blz. 54    opdr. 3-5-7-11-14-16
        Wat vond jij van de lesstof?
        <- lastig 
         of 
        makkelijk ->
        1. Maak vanaf blz. 54    opdr.4-5-7-11-15-16
        Werken aan (huis)werk
        Iedereen: Maken samenvattende vragen par 2.3 --> opdracht 13 t/m 18
        timer
        15:00

        Slide 17 - Slide

        Check
        • Welke 2 redenen kan je hebben om geld te lenen?
        • Het bedrag dat je elke maand terug betaald noem je?
        • Deze bestaat uit ?
        • Bij sparen ....... je rente
        • Bij lenen ........... je rente

        Slide 18 - Slide