What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
7.3 Duurzame landbouw
7.3 Duurzame landbouw
Thema 7 Duurzaam leven
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
7.3 Duurzame landbouw
Thema 7 Duurzaam leven
Slide 1 - Slide
Wat weten we al?
Slide 2 - Slide
Bij welke vorm van landbouw worden planten in een kas gekweekt?
A
Tuinbouw
B
Veeteelt
C
Voedingsgewassen
D
Akkerbouw
Slide 3 - Quiz
Wat is de term voor een landbouwpraktijk waarbij een boer slechts één soort gewas verbouwt op een groot stuk land?
A
Polycultuur
B
Biodiversiteit
C
Multicultuur
D
Monocultuur
Slide 4 - Quiz
Waarom is er een grotere kans op plagen in monoculturen?
A
Er zijn weinig dieren in monoculturen.
B
Monoculturen trekken plagen niet aan.
C
Er zijn veel dieren van één soort die voedingsgewassen aantasten.
D
Monoculturen hebben natuurlijke weerstand tegen plagen.
Slide 5 - Quiz
Wat is het doel van bodembewerking?
A
Verwijderen van mineralen uit de bodem
B
Meer zuurstof in de bodem brengen
C
De bodem compacter maken
D
Minder zuurstof in de bodem brengen
Slide 6 - Quiz
Wat is kunstmatige selectie in veredeling?
A
Selectie door dieren van planten.
B
Selectie door planten zelf van hun eigenschappen.
C
Selectie door weersomstandigheden van planten.
D
Selectie door de mens van planten met gunstige eigenschappen.
Slide 7 - Quiz
Wat is een nadeel van de intensieve veehouderij?
A
Biologische landbouw
B
Gebruik van natuurlijke mest
C
Mestoverschot
D
Dierenwelzijn
Slide 8 - Quiz
Hoe kan veredeling van landbouwhuisdieren op een natuurlijke manier plaatsvinden?
A
Door kunstmatige inseminatie en in-vitrofertilisatie.
B
Door kruisen en fokken.
C
Door het gebruik van hormonen.
D
Door genetische modificatie.
Slide 9 - Quiz
Begrippen 7.2
Bemesting
Bestrijdingsmiddelen
Bodembewerking
In-vitrofertilisatie (ivf)
Kunstmatige inseminatie (ki)
Landbouwhuisdieren
Monocultuur
Plaag
Veredeling
Voedingsgewassen
Slide 10 - Slide
Leerdoelen 7.3
Je kunt de kenmerken van bestrijdingsmiddelen en biologische bestrijding noemen.
Je kunt vormen van landbouw beschrijven waarbij minder stoffen aan het milieu worden onttrokken of toegevoegd.
Slide 11 - Slide
Gangbare landbouw
De gangbare (gewone) landbouw bestaat uit:
Intensieve veehouderijen (veeteelt)
Monoculturen (akkerbouw en tuinbouw)
Het voordeel hiervan is dat boer doelmatig kan werken en dat de opbrengst hoger is.
De nadelen zijn uitputting van de grond, verzuring, vermesting en de grotere kans op ziekten en plagen.
Slide 12 - Slide
Wat is een belangrijk aspect van gangbare landbouw?
A
Agro-ecologie toepassen
B
Duurzame landbouwpraktijken
C
Intensiteit van productie
Slide 13 - Quiz
Chemische bestrijding
Om ziekten en plagen te bestrijden kan een teler chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken.
Deze noemen we ook wel gewasbeschermingsmiddelen of
pesticiden
.
Deze middelen kunnen ziekten en plagen snel en goed bestrijden, maar hebben ook nadelen:
Ze zijn
niet-selectief
(maken geen onderscheid).
Er treed
bio-accumulatie
op (ophoping in organismen).
Een populatie kan resistent worden (ongevoelig voor het middel).
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Biologische bestrijding
Ziekten en plagen kun je ook voorkomen en bestrijden zonder giftige stoffen. Drie manieren van biologische bestrijding zijn:
Vruchtwisseling
(verbouwt een boer nooit 2 jaar achter elkaar hetzelfde gewas).
Natuurlijke vijanden
(hierbij wordt een natuurlijke vijand van de plaag ingezet).
Lokken
(hierbij worden schadelijke insecten met geuren of geluiden gelokt en daarna gedood of onvruchtbaar gemaakt).
Slide 16 - Slide
Hoe noemen we het als een boer nooit 2 jaar achter elkaar hetzelfde gewas verbouwd?
A
Vruchtwisseling
B
Herbicidegebruik
C
Lokken
D
Natuurlijke vijanden
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Biologische landbouw
In de
biologische landbouw
staan het milieu en dierenwelzijn centraal:
Er worden chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest gebruikt.
Dieren lopen los.
Ziekten en plagen worden bestreden met biologische bestrijdingsmethoden.
De gewassen worden verbouwd op kleine stukken grond waar vruchtwisseling wordt toegepast.
Er wordt gebruikgemaakt van groenbemesting.
Slide 19 - Slide
Wat is een kenmerk van biologische landbouw?
A
Ziekten worden bestreden met chemische bestrijdingsmiddelen.
B
Er worden geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt.
C
Dieren worden alleen binnen gehouden.
D
Er wordt veel kunstmest gebruikt.
Slide 20 - Quiz
Kringlooplandbouw
In de gangbare landbouw zijn er vaak resten die niet worden gebruikt en worden weggegooid.
Bij
kringlooplandbouw
worden alle grondstoffen en eindproducten hergebruikt in een kringloop.
Daardoor is er weinig afval en uitstoot van gassen.
De minerale blijven in de klingloop aanwezig.
De gassen worden opgevangen en verwerkt of hergebruikt.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Wat blijft aanwezig in de kringloop bij kringlooplandbouw?
A
De afvalproducten
B
De resten
C
De gassen
D
De mineralen
Slide 23 - Quiz
Precisielandbouw
Bij
precisielandbouw
gebruiken de boeren speciale meetapparatuur.
Hiermee kunnen ze precies zien welk stuk van de akker voeding, bestrijdingsmiddelen en/of water nodig heeft.
De rest van de akker wordt niet onnodig mest of behandeld met bestrijdingsmiddelen.
Hierdoor komen minder vervuilende stoffen in het milieu terecht en het bespaart ook water.
Slide 24 - Slide
Wat is een belangrijk voordeel van het gebruik van precisielandbouw?
A
Verhoogt waterverbruik
B
Bespaart water
C
Verhoogt energieverbruik
D
Vermindert bodemvruchtbaarheid
Slide 25 - Quiz
Verticale landbouw
Wanneer planten boven elkaar groeien, noemen we dit
verticale landbouw
.
Vaak wordt hierbij ledlicht gebruikt.
De ruimte waar de planten groeien, wordt goed afgesloten van de buitenlucht.
zo worden ziekten en plagen voorkomen.
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Hoe worden ziekten en plagen voorkomen in verticale landbouw?
A
De ruimte staat open voor de buitenlucht
B
De ruimte wordt besproeid met pesticiden
C
De ruimte is goed afgesloten van buitenlucht
D
De ruimte wordt dagelijks schoongemaakt
Slide 28 - Quiz
Begrippen 7.3
Bio-accumulatie
Biologische landbouw
Kringlooplandbouw
Niet-selectieve bestrijdingsmiddelen
Pesticiden
Precisielandbouw
Resistentie
Selectieve bestrijdingsmiddelen
Verticale landbouw
Vruchtwisseling
Slide 29 - Slide
Ik kan nu
Je kunt de kenmerken van bestrijdingsmiddelen en biologische bestrijding noemen.
Je kunt vormen van landbouw beschrijven waarbij minder stoffen aan het milieu worden onttrokken of toegevoegd.
Slide 30 - Slide
Aan het werk!
Maken opdrachten 7.3 : 1 t/m 7
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar? Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken test jezelf 7.3
Veel goed? -> Maken 8+ online extra 7.3
timer
25:00
Slide 31 - Slide
More lessons like this
6.3 Duurzame landbouw
April 2024
- Lesson with
31 slides
Biologie
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
7.3 Duurzame landbouw
June 2024
- Lesson with
15 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
7.3 Duurzame landbouw
June 2024
- Lesson with
14 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
7.3 - Duurzame landbouw
September 2023
- Lesson with
14 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
§7.3 Duurzame landbouw
July 2024
- Lesson with
10 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
§7.3 Duurzame landbouw
May 2023
- Lesson with
10 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
§7.3 Duurzame landbouw
June 2024
- Lesson with
10 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
§7.3 Duurzame landbouw
May 2024
- Lesson with
10 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3