PR1_Week 6_Oriënteren, situeren en lokaliseren

Oriënteren, situeren en lokaliseren
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeSecundair onderwijs

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oriënteren, situeren en lokaliseren

Slide 1 - Slide

Welk hulpmiddel vind je zeker
vooraan in de atlas?
A
Het register
B
De legende
C
De inhoudstafel
D
De bladwijzer

Slide 2 - Quiz

Welk hulpmiddel vind je zeker
achteraan in de atlas?
A
Het register
B
De legende
C
De algemene inhoud
D
De bladwijzers

Slide 3 - Quiz

Plaats het juiste hulpmiddel bij de zin.
Ik zoek een kaart over Europa - klimaat 
Ik zoek een kaart over Denemarken en weet het niet liggen.  
Ik zoek de uitleg van 
een symbool
Algemene inhoud
Legende
Register

Slide 4 - Drag question

Plaats het juiste hulpmiddel bij de zin.
Ik zoek een kaart over Italië en weet die liggen.  
Ik zoek de uitleg van een gekleurde lijn op de kaart. 
Ik zoek een kaart over België verkeer.  
Algemene inhoud
Legende
Bladwijzer

Slide 5 - Drag question

        Sleep de juiste naam naar het juiste werelddeel.
Europa
Zuid-Amerika
Azië
Oceanië
Afrika
Noord-Amerika
Antarctica

Slide 6 - Drag question

In welk werelddeel
ligt Japan?
A
Europa
B
Azië
C
Noord- Amerika
D
Oceanië

Slide 7 - Quiz

In welk werelddeel ligt België?
A
Afrika
B
Europa
C
Zuid-Amerika
D
Azië

Slide 8 - Quiz

In welk werelddeel ligt Brazilië?
A
Afrika
B
Zuid-Amerika
C
Oceanië
D
Azië

Slide 9 - Quiz

In welk werelddeel ligt Egypte?
A
Europa
B
Afrika
C
Azië
D
Zuid-Amerika

Slide 10 - Quiz

N
NO
O
ZO
Z
ZW
W
NW

Slide 11 - Drag question

Sleep de windrichtingen naar de juiste plaats! 
noorden
oosten
zuiden
westen

Slide 12 - Drag question

Situeren met windrichtingen
Ten opzichte van welke plaats wil je iets situeren? Dit is je standplaats.
STAP 1:
Leg een denkbeeldige windroos op je standplaats.
STAP 2:
Zoek op de kaart de plaats die je moet situeren.
STAP 3:
Bepaal de windrichting van de gezochte plaats ten opzicht van jouw standplaats.
Trek een pijl van het midden van de windroos naar de plaats die je moet situeren. 

De (tussen)windrichting waarheen je pijl wijst is het antwoord op je vraag.

Slide 13 - Slide


A
Ik bevind mezelf ten noorden aquafin.
B
Ik bevind mezelf ten oosten van aquafin.
C
Ik bevind mezelf ten zuiden van aquafin.
D
Ik bevind mezelf ten westen van aquafin.

Slide 14 - Quiz


A
Ik bevind mezelf ten noorden van de AVIA.
B
Ik bevind mezelf ten oosten van de AVIA.
C
Ik bevind mezelf ten zuiden van de AVIA.
D
Ik bevind mezelf ten westen van de AVIA.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide


A
A
B
B
C
C

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide