4.3 Het Parlement

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

4.3 Het Parlement

Welkom in de les

BK: blz 100

KGT: blz 86 werkboek

          blz 60 lesboek

4.3 Het Parlement

doelen:

• Je kunt uitleggen wat het parlement is. 
• Je kunt uitleggen welke taken het parlement heeft.

• Je kunt de begrippen zetel en motie uitleggen. (KGT)

4.3 Het Parlement

Eerste en Tweede kamer

Wat er moet gebeuren in Nederland

wordt bepaald door het parlement.

Het Parlement bestaat uit: de Eerste en Tweede kamer

De Tweede kamer: 150 leden die door het volk worden gekozen.

De Eerste kamer: 75 leden indirect door de provincie gekozen.

4.3 Het Parlement

Taken van het Parlement

Het parlement heeft twee (hoofd)taken:

1. de wetgevende taak
2. de controlerende taak

Een zetel is een plek/stoel in het parlement.

4.3 Het Parlement

De wetgevende taak

Het parlement stelt de wetten vast.

wet        uitgebreid plan.

Het parlement heeft stemrecht; ze kunnen een wet goed of af keuren

In de tweede kamer hebben ze een debat        vergadering.

De eerste kamer geeft laatste check

4.3 Het Parlement (KGT)

De wetgevende taak

Naast het stemrecht heeft                                                         de tweede kamer nog twee rechten:

• Het recht van amendement        ze kunnen veranderingen aanbrengen.
• het recht van initiatief        ze mogen zelf wetsvoorstellen maken.

4.3 Het Parlement 

De controlerende taak

De tweede taak is controleren                          hoe ministers hun werk doen.

Ministers worden soms ter verantwoording geroepen.

Ze mogen ook minister wegsturen als er geen vertrouwen is.

kabinet Schoof

4.3 Het Parlement (KGT)

De controlerende taak

De kamerleden hebben de volgende rechten:

vragenrecht        ze mogen mondeling of per brief vragen stellen.

motierecht

motie een uitspraak waarin de Kamer zijn mening over iets geeft.

motie van wantrouwen; een minister moet aftreden

4.3 Het Parlement (KGT)

De controlerende taak

De kamerleden hebben de volgende rechten:

recht van interpellatie        Ze mogen een minister ter verantwoording roepen.

Enqueterecht        Ze mogen een groot onderzoek uitvoeren.

BK: Lees blz 100 goed door

        maak de opdrachten op blz 101-103  1 t/m 4, 8,9,11,12

KGT: lees blz 60-61 goed door.

maak opdracht 1 t/m 10, 13, 14, 15 (blz 86-89)