Opdracht
Je krijgt 5 of 6 opdrachten. In elke opdracht staan stippen. Op die stippen hoort een getal. Zet dat getal in het vakje getal.
Je werkt in een groepje van vier. Bij elkaar hebben jullie tweeëntwintig opdrachten, dus jullie krijgen tweeëntwintig getallen. Controleer bij elkaar of je de juiste getallen hebt.
Codeblad
Als alle tweeëntwintig getallen berekend en gecontroleerd zijn, dan kom je het codeblad halen. Elk getal staat voor één bepaalde letter. Zet de getallen om in de letters. Deze noteer je in het vakje letter.
Oplossing
De tweeëntwintig letters vormen bij elkaar één zin. De letters op een blaadje staan (van boven naar beneden gelezen) in de goede volgorde. Je moet nog wel de vier blaadjes in de juiste volgorde leggen.
En de winnaar is…
de groep die de juiste zin (met spaties op de juiste plaatsen) het eerste op papier heeft staan en heeft ingeleverd bij de docent.