This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 100 min
Items in this lesson
Beeldaspect
Kleur
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen, uitleggen en toepassen welke verschillende kleuren en kleurcontrasten er zijn.
Slide 2 - Slide
Wat is kleur?
Kleur heeft een aantal eigenschappen: toon, helderheid en verzadiging. De toon bepaalt de soort of familie waartoe de kleur behoort, bijvoorbeeld rood. De helderheid zegt iets over de mate waarin het licht weerkaatst wordt en de verzadiging zegt iets over de hoeveelheid pigment in een kleur.
Vincent van Gogh, Caféterras bij nacht,1888, olieverf op doek
Slide 3 - Slide
Primaire kleuren
De primaire kleuren zijn:
rood,
geel
blauw
Slide 4 - Slide
Secundaire kleuren
Secundaire kleuren ontstaan wanneer we twee primaire kleuren met elkaar mengen.
Oranje, groen en paars zijn secundaire kleuren, hiernaast zie je hoe je deze kleuren mengt.
Slide 5 - Slide
Tertiaire kleuren
Dit zijn de kleuren die ontstaan door het mengen van een primaire kleur met een secundaire kleur.
Blauw met groen geeft bijvoorbeeld blauwgroen.
Slide 6 - Slide
Kleur tegen kleurcontrast
Dit contrast is het sterkst wanneer je felle, pure kleurvlakken tegen elkaar aan zet, zonder omtreklijnen.
Slide 7 - Slide
Complementair contrast
Deze kleuren versterken elkaar, ze staan recht tegenover elkaar in de kleurencirkel.
dit zijn:
paars-geel,
rood-groen,
blauw-oranje.
Slide 8 - Slide
Licht-donker contrast
Dit is het verschil tussen lichte en donkere kleuren.
Wit -zwart is het grootste contrast.
Je maakt kleuren donkerder of lichter door het bijmengen van zwart of wit.
Slide 9 - Slide
Warme en koude kleuren
Warme kleuren:
zijn warm en gezellig
lijken dichterbij
vormen een contrast met koude kleuren
Koude kleuren:
zijn koel en rustig
lijken verder weg
vormen een contrast met warme kleuren
Slide 10 - Slide
Koud–warm contrast
Een warme kleur naast een koude kleur geeft een koud-warmcontrast.
Slide 11 - Slide
Kleurenfamilie
Dit zijn alle kleuren die uit dezelfde kleur zijn gemengd. Ze verschillen heel weinig van elkaar. Bijvoorbeeld alle kleuren rood. Maar ook roden en paarsen behoren tot dezelfde kleurenfamilie.
Kleuren in een kleurenfamilie hebben steeds één kleur gemeenschappelijk.
Slide 12 - Slide
Quiz
Slide 13 - Slide
de primaire kleuren zijn?
A
Rood, oranje, geel
B
Blauw, groen, geel
C
Paars, oranje, geel
D
Rood, blauw, geel
Slide 14 - Quiz
de secundaire kleuren zijn?
A
groen, paars en bruin
B
oranje, paars en geel
C
groen, oranje en blauw
D
groen, oranje en paars
Slide 15 - Quiz
oranje maak je met?
A
geel en paars
B
rood en wit
C
geel en rood
D
geel en wit
Slide 16 - Quiz
groen maak je met
A
blauw en rood
B
rood en blauw
C
rood en geel
D
geel en blauw
Slide 17 - Quiz
paars is de mengkleur van?
A
blauw en rood
B
geel en rood
C
blauw en geel
D
rood en zwart
Slide 18 - Quiz
welke kleurcontrasten herken je?
A
licht-donker contrast
B
koud-warm contrast
C
complementair contrast
D
kleur-tegen-kleur contrast
Slide 19 - Quiz
hier zie je een?
A
een kleur tegen kleur contrast
B
twee primaire kleuren
C
twee secundaire kleuren
D
een complementair contrast
Slide 20 - Quiz
hier zie je?
A
een koud-warm contrast
B
warme kleuren
C
koude kleuren
D
een licht-donker contrast
Slide 21 - Quiz
Bij een complementair kleurcontrast staat er altijd een primaire kleur tegenover een secundaire kleur
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Maak 4 tekeningen waarin je kleurcontrasten laat zien. Begin met 1.
Gebruik A3 of A4 papier.
Gebruik kleurpotlood of verf.
Werk het netjes uit.
Hoe beter je expressie (fantasiegebruik) des te beter je cijfer.
Tijd over; maak een tekening met 1 kleurenfamilie.
Tijd: 2 lessen
Koud-warm contrast
Complementair contrast
Licht-donker contrast
Kleur op kleur contrast
Extra; Kleurenfamilie
Opdracht Kleur
Slide 23 - Slide
Beoordelingscriteria
Kennis: je snapt de begrippen en kunt ze toepassen