2 H2B2 KUBV les 2.5 Architectuur en Perspectief

1 / 53
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is de stemming vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Slide

start: mini onderzoekje 
1.zoek een gebouw op op internet, in jouw buurt of die jij mooi vindt.
Upload de afbeelding in de volgende slide.



Slide 4 - Slide




Onderzoek en noteer van jouw gebouw:
1. functie van het gebouw 2. jaartal ontstaan. 3. architect. 4. ( bonus:) bouwstijl


timer
3:00

Slide 5 - Open question

Mijn gebouw:
plaats een foto

Slide 6 - Open question

Benoem het verschil tussen een bouwtekening en een maquette
A
Ze zijn beiden op schaal gemaakt
B
Een bouwtekening is digitaal, een maquette komt uit het theater
C
Een bouwtekening is 2D en een maquette is 3D
D
Het is of een bouwtekening of een maquette

Slide 7 - Quiz

Noem 3 kenmerken van bouwkunst van jouw gebouw ( vormgeving, decoratie)

Slide 8 - Open question

Noem 3 kenmerken van bouwkunde
van je gebouw

Slide 9 - Open question

Tekening/Maquette
wie weet het verschil?
zie volgende vraag

Slide 10 - Slide

Je moet alle gele vakken koppelen aan de juiste afbeeldingen.
1. maquette
2. schets
3. doorsnede
4. bouwtekening

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide


Welk interieur hoort bij dit gebouw?
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz


Welk interieur hoort bij dit gebouw?
A
B
C
D

Slide 15 - Quiz


Welk interieur hoort bij dit gebouw?
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz


Welk interieur hoort bij dit gebouw?
A
B
C
D

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Verzamel een aantal mooie voorbeelden van architectuur uit Amsterdam Oost.
Je kunt namen en foto's invoeren.

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

1. Wat zie je en wat valt je op?
2. Kijk nog eens. Wat zie je verder en wat straalt dit gebouw uit?
3. Waarvoor wordt dit gebouw gebruikt? Hoe zie je dat?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

1. Wat zie je en wat valt je op?
2. Kijk nog eens. Wat zie je verder en wat straalt dit gebouw uit?
3. Waarvoor wordt dit gebouw gebruikt? Hoe zie je dat?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

1. Wat zie je en wat valt je op?
2. Kijk nog eens. Wat zie je verder en wat straalt dit gebouw uit?
3. Waarvoor wordt dit gebouw gebruikt? Hoe zie je dat?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Vormgeving
Wat kun je allemaal van de vormgeving opnoemen?
Hoe verhoudt het zich tot de omgeving?

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Betekenis
Wat straalt dit gebouw uit?

Slide 40 - Open question

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Wat is de functie van dit gebouw op dit moment?
Is het gebouw oorspronkelijk voor deze functie gebouwd?
Verwijst de vorm naar de functie van het gebouw?

Slide 43 - Open question

Slide 44 - Slide

mini onderzoek architectuur
in One Note staat opdracht 2.5
plaats een foto van een kenmerkend gebouw waar jij een herinnering aan hebt, of wat je kent.

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide

Kies een filmpje over een architect of een gebouw waar je meer over te weten wil komen. 
Kijk bijvoorbeeld bij Dutch Profiles of ARTtube. 
Plaats een foto in LessonUp.
Plaats een link in LessonUp van het filmpje dat je hebt gekozen.

Slide 48 - Open question

Slide 49 - Slide

STAP 1 
Informatie verzamelen: gegevens (titel, architectuur, naam architect, plaats, jaartal etc.) 
Je kunt een extra foto ter illustratie plaatsen.

Slide 50 - Open question

STAP 2 
Vormgeving analyseren: hoe kun je de vormgeving van het gebouw omschrijven, hoe wordt het karakter van het gebouw letterlijk gevormd? Wat zijn de kenmerken van de vormgeving van een bepaalde architect?
Je kunt een extra foto ter illustratie plaatsen.

Slide 51 - Open question

STAP 3 
Betekenis beschrijven: uitstraling en effect van het gebouw of het soort gebouwen – denk bijvoorbeeld aan: macht, vriendelijkheid, gezelligheid, openheid, gesloten, zuinigheid of spaarzaamheid 
Je kunt een extra foto ter illustratie plaatsen.

Slide 52 - Open question

STAP 4 
Functie toelichten: gebruik van het gebouw of het soort gebouwen – bijvoorbeeld kantoor, woning, museum, stadion, fabriek, winkel, etc. 
Je kunt een extra foto ter illustratie plaatsen.

Slide 53 - Open question