Thema 4 wonen

Thema 4 wonen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 4 wonen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

soorten huizen

Slide 5 - Mind map

Kijk en luisteren opdracht 2 
We kijken naar een fragment over Vincent. 
Hij wil een droomhuis maken van containers ! 
Wat vind je van zijn plannen ?? 


blz 218

Slide 6 - Slide

Hoofdstuk 1 woordenschat
De buurt 
Het centrum 
De gemeente
Huren
Het pand
De inwoner
Inschrijven
Het platteland
verbouwen
De wijk

Slide 7 - Slide

Welk woord?
Mijn oma is verhuisd. Wij.................nu haar huis.
A
Huren
B
Buren
C
Schuren
D
Muren

Slide 8 - Quiz

Wij hebben de woonkamer verbouwd omdat we hem mooi vonden zoals hij was
A
Deze zin klopt
B
Deze zin klopt niet

Slide 9 - Quiz

We moeten ons nog................ op dit adres via de website van de gemeente
A
Verhuren
B
Inschrijven
C
Inwoners
D
Centrum

Slide 10 - Quiz

In het .................waar wij wonen zit ook een supermarkt! Handig !
A
Huren
B
Inwoner
C
Pand
D
Kikkerdril

Slide 11 - Quiz

De .............waarin bij wonen heet Hertenkamp
A
Centrum
B
Wijk
C
Verbouwd
D
Inwoners

Slide 12 - Quiz

Aan de slag! 
Maken
Bladzijde 224  opdracht 2
Bladzijde 225 t/m 228 opdracht 3

Slide 13 - Slide

Aan de slag! 
Bladzijde 228 en 229
REBUS ! 
Samen maken! 

Slide 14 - Slide

Uitdrukkingen  ( blz 230) 

In teksten kom je vaak woorden of uitdrukkingen 
met een figuurlijke betekenis tegen. Er wordt 
dan iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat.

Slide 15 - Slide

opdracht 5 en 6 ! 
Bladzijde 230 t/m 233 


Slide 16 - Slide