Do 15-08 herhaling klas 2

1 / 27
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

AT3D
Donnerstag, 15. September 2022

Slide 2 - Slide

die Planung
  • Voorstellen (ik)
  • Regels/verwachtingen
  • Leergang: Na Klar
  • Toetsen 
  • Grammatica herhalen

Slide 3 - Slide

Mevrouw Reesink

Slide 4 - Slide

Regels/verwachtingen
  • Je bent altijd op tijd aanwezig in mijn lessen.
  • We behandelen elkaar met respect (docent-leerling) (leerling-leerling).
  • Als ik of een medeleerling praat ben jij stil.
  • Telefoon in telefoontas (Handyhotel)
  • Naar de wc? Vragen.
  • Je blijft zitten totdat de volgende les begint. 

Slide 5 - Slide

Leergang: Na Klar

Slide 6 - Slide

In de online methode
Ipad pakken

Slide 7 - Slide

Studiewijzer
  1. Peppels
  2. Teams

Slide 8 - Slide

Toetsen
1. Pak je planner


Slide 9 - Slide

Grammatica
Was weißt du noch?

Regelmatige werkwoorden

Slide 10 - Slide

Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man

wir 
ihr
sie/Sie
spiel
spiel
spiel

spiel
spiel
spiel
-e
-st
-t
-en
-en
-t

Slide 11 - Drag question

ich
du
er/sie/es/man

wir
ihr
sie/Sie
Sleep de werkwoorden naar de juiste plek
praten= reden
rede
redest
redet
redet
reden
reden

Slide 12 - Drag question

houden van = lieben
Ich __________ dich!

Slide 13 - Open question

maken = machen
Wir __________ gern Musik!

Slide 14 - Open question

ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
ik
jij
hij/zij/het

wij
jullie
zij/u
wohne
wohnst
wohnt

wohnen
wohnt
wohnen
reise
reist
reist

reisen
reist
reisen
rede
redest
redet

reden
redet
reden
wohnen      reisen          reden
1. stam? werkwoord -en
2. plaats uitgang die hoort bij het pers vnw
BV.: wohnen - wohn - du wohnst
ezelsbruggetje:
(fe)esttenten
normaal            stam op s-klank      stam op -d/-t

Slide 15 - Slide

Grammatica
Was weißt du noch?

haben, sein, werden

Slide 16 - Slide

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 17 - Drag question

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 18 - Drag question

Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 19 - Drag question

Ich warte auf Anna. Sie .......... mein Biologiebuch.
A
habe
B
haben
C
habt
D
hat

Slide 20 - Quiz

Ariane ............... noch in der Schule.
A
ist
B
bin
C
sind
D
seid

Slide 21 - Quiz

Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
werden
D
wert

Slide 22 - Quiz

Hulpwerkwoord haben + sein
ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat

haben
habt
haben
bin
bist
ist

sind
seid
sind
haben                       sein                       werden
(hebben)                  (zijn)                   (worden/zullen)
Voltooid deelwoord:
gehabt               gewesen         geworden
werde
wirst
wird

werden
werdet
werden

Slide 23 - Slide

 Aufgaben machen
opdrachten maken
  • Was (wat)? 
Stencil maken

  • Wie (hoe)? Online of boek
  • Hilfe (hulp)? Buren, docent
  • Zeit (tijd)? 11:30
  • Fertig (klaar)? iets voor jezelf





An die Arbeit!

Slide 24 - Slide

Hoe vond jij het vak Duits afgelopen jaar?
niks                     neutraal                leuk
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Hoe lijkt het vak Duits jou dit jaar?
niks                     neutraal                leuk
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Slide 27 - Video