Kennismaken

Kennismaken
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 37 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Kennismaken

Slide 1 - Slide

De volgorde
Wat betekent de volgorde?
Noem een voorbeeld van een volgorde.

Slide 2 - Slide

De volgorde
De cijfers: 1, 2, 3...
Het alfabet: a, b, c...
De dagen van de week: maandag, dinsdag, woensdag...
De maanden van het jaar: januari, februari, maart...

Slide 3 - Slide

Doelen
1) Je kunt in volgorde gaan staan.
2) Je kunt het alfabet nazeggen. 
3) Je kunt in alfabetische volgorde
     gaan staan.

Slide 4 - Slide

Doel: je kunt het alfabet nazeggen.
Luister naar het alfabet op de video.
Zeg na.

Slide 5 - Slide

Doel: je kunt het alfabet nazeggen.
a   b   c   d   e
f    g   h    i    j   k   l   m   n   o   p
q   r    s    t   u   v  w
x   y    z

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Sta je in de goede volgorde?
Ga op volgorde staan van leeftijd.

Slide 9 - Slide

Sta je in de goede volgorde?
Ga op volgorde staan van schoenmaat.

Slide 10 - Slide

Sta je in de goede volgorde?
Ga op volgorde staan van woonplaats.

Slide 11 - Slide

Sta je in de goede volgorde?
Ga op volgorde staan van je land van herkomst.

Slide 12 - Slide

Sta je in de goede volgorde?
Ga op volgorde staan van je voornaam.

Slide 13 - Slide

Sta je in de goede volgorde?
Ga op volgorde staan van je achternaam.

Slide 14 - Slide

Sta je in de goede volgorde?
Ga op volgorde staan van je achternaam.

Slide 15 - Slide

Sta je in de goede volgorde?
Ga op volgorde staan van 
1 je woonplaats en
2 je voornaam.

Slide 16 - Slide

Doel
Je kunt door staan of zitten laten zien waar je wel of niet van houd.

Slide 17 - Slide

Houd je ervan?
De docent zegt dingen, bijvoorbeeld:
ik houd van chocolade.
Als je van chocolade houdt, ga je staan.
Als je niet van chocolade houdt, blijf je zitten.

Slide 18 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van vroeg opstaan.
('s morgens niet lang in bed blijven liggen).

Slide 19 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van lang uitslapen.
('s morgens lang in bed blijven liggen).

Slide 20 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van fruit.
(bijvoorbeeld appels, sinaasappels, bananen).

Slide 21 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van groente.
(bijvoorbeeld sla, komkommer, tomaten).

Slide 22 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van chips.


Slide 23 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van koekjes.


Slide 24 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van koken.


Slide 25 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van voetballen.


Slide 26 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van zwemmen.


Slide 27 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van dansen.


Slide 28 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van zingen.


Slide 29 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van tekenen en schilderen.


Slide 30 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van boeken lezen.


Slide 31 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van Nederlandse boeken lezen.


Slide 32 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van filmpjes op youtube kijken.


Slide 33 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van films of series kijken.


Slide 34 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van Nederlandse films of series kijken.


Slide 35 - Slide

Houd je ervan?
Ik houd van gamen.


Slide 36 - Slide

Waar houd jij van?
Ik houd van ______.


Slide 37 - Slide