H3, les 5 (11)

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Economie jaar 3

Hoofdstuk 3: sparen en lenen

Toets H3 is op 23 februari

Inhoud van de les

Vragen over het huiswerk

Uitleg paragraaf 3.3: lenen

Opdrachten maken

Doel:

Je kan benoemen welke verschillende leningen er zijn. 

Je kan de rente over een lening berekenen. 

Lenen!

3.3 Lenen

Rente: vergoeding die je betaalt voor het lenen van geld. 

Aflossen: het terugbetalen van een lening.

vraagje....

"Stel, je wilt een nieuwe telefoon kopen van €1.859, maar je hebt niet genoeg geld. Wat kun je doen?"

vraagje....

"Stel, je wilt een nieuwe telefoon kopen van €1.859, maar je hebt niet genoeg geld. Wat kun je doen?"

maak een woordspin LENEN; denk aan:

- waar denk jij aan bij LENEN

- hoe kom je aan geld?

- welke redenen kun je 
       bedenken om te lenen?

- noem voordelen & nadelen

Kernbegrippen

Rente:       vergoeding die je betaalt voor het lenen van geld. 

Aflossen: het terugbetalen van een lening.

Looptijd:  de periode waarover de lening wordt afgelost.

wat betekenen deze kernbegrippen?

Kernbegrippen

Rente:       vergoeding die je betaalt voor het lenen van geld. 

Aflossen: het terugbetalen van een lening.

Looptijd:  de periode waarover de lening wordt afgelost.

soorten leningen

Hypothecaire lening  een lening met een huis als onderpand. 

                                             Zo heeft de bank zekerheid wanneer jij de lening niet kunt terugbetalen. 

Persoonlijke lening     een lening waarbij het bedrag direct in zijn geheel op je rekening wordt
                                              gestort. Je betaalt iedere maand een vast bedrag voor rente en aflossing

Kopen op afbetaling   Hierbij wordt de koopprijs
                                               in termijnen achteraf
                                               betaald

Lenen --> soorten leningen

Doorlopend krediet: flexibel een maximumbedrag lenen indien je dat nodig hebt. Dit wordt ook wel 'rood staan' genoemd. 

Berekenen van de aflossing

Aflossing = deel van de lening dat je afbetaalt (terugbetaald)

• Lening =  € 6.000 
• Looptijd is 3 jaar: over 3 jaar is de schuld afbetaald
• dus  elk jaar los je 6000 / 3 = 2000 af

samen berekenen van rente en aflossing

• Fred wil een nieuwe auto, deze kost 2000 euro
• rentepercentage is 5%
• na 1 jaar lost hij 1200 af en het 2e jaar de rest af
• Je betaalt alleen rente over de schuld die nog staat -  gebruik een tijdlijn

1.  hoeveel rente na 1 jaar

2. wat betaalt Fred aan de bank na 1 jaar (rente + aflossing)

3. hoeveel rente na 1 jaar

4. wat betaalt Fred aan de bank na 2 jaar (rente + aflossing)

1.  hoeveel rente betaalt Fred na 1 jaar?

2. wat betaalt Fred aan de bank na 1 jaar (rente + aflossing)?

3. hoeveel rente na 2 jaar?

4. wat betaalt Fred aan de bank na 2 jaar (rente + aflossing)?

Maken 3.28

Wat: maak opdrachten 3.28 op blz. 43.

Tijd: jullie krijgen hiervoor 10 minuten. 

Hulp?: overleg rustig met diegene naast je. Daarna vraag je het aan de docent.

Ben je klaar? maak opdracht 3.26, 3.27 en 3.29 op blz. 42 en 43.

Bespreken 3.28 (c,d,e,f)

Opdrachten maken

Wat: afmaken opdrachten 3.26 t/m 3.29 op blz. 42 en 43.

Hulp?: overleg rustig met diegene naast je. Daarna vraag je het aan de docent.

Ben je klaar? maak opdracht 3.34 en 3.35 op blz. 46 en 47.