2.7 Grammatica zinsdelen les 2

2.7 Grammatica zinsdelen les 2
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.7 Grammatica zinsdelen les 2

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- Je weet wat een enkelvoudige en een samengestelde zin in.
- Je kunt een enkelvoudige en een makkelijke samengestelde zin ontleden.
- Je weet wat nevenschikking is. 

Slide 2 - Slide

Woord van de week

.........

Slide 3 - Slide

Start les. 
Stillezen 

In je tweede boek voor boekopdracht 2




timer
10:00

Slide 4 - Slide

Huiswerk
Opdracht 2.7

1 t/m 6


Slide 5 - Slide

Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en een samengestelde zin?

Slide 6 - Open question

Wat is het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin?

Slide 7 - Open question

Ontleed de volgende zin:

De fret van mijn buurman heeft tijdens de donkere maanden een winterdepressie.

Slide 8 - Open question

Samengestelde zin (hz+hz)
In een samengestelde zin staan meerdere persoonsvormen.

Een samengestelde zin bestaat uit twee (of meer) enkelvoudige zinnen die aan elkaar zijn geplakt, bijvoorbeeld twee hoofdzinnen.
(Zonder voegwoord klopt de zinsvolgorde van beide zinnen als het hoofdzinnen zijn.)

  • Ik fiets graag, (maar) mijn vriend gaat altijd met de auto.
  •  Morgen vertrekken we naar Frankrijk, (dus) we zijn nu de koffers aan het pakken.
  •  Natuurlijk begrijp ik het probleem, (maar) waarom heb je mijn hulp niet gevraagd?

Slide 9 - Slide

hz+hz = nevenschikking
Tussen de twee hoofdzinnen in een nevenschikking staat een (nevenschikkend) voegwoord: want, maar, en, of, dus.

  • Ik fiets graag, (maar) mijn vriend gaat altijd met de auto.
  •  Morgen vertrekken we naar Frankrijk, (dus) we zijn nu de koffers aan het pakken.
  •  Natuurlijk begrijp ik het probleem, (maar) waarom heb je mijn hulp niet gevraagd?


Slide 10 - Slide

hz+bz = onderschikking
Ik ga vanavond vroeg naar bed, omdat ik moe ben.
Terwijl het buiten keihard regent, zitten wij gezellig binnen.

Waar zie je het voegwoord?

  • Twee volgorden mogelijk:
    1 hoofdzin + bijzin: Ik bel je, zodra ik thuis ben.
    2 bijzin + hoofdzin: Zodra ik thuis ben, bel ik je.

    Wat is de hoofdzin en de bijzin van de zinnen hierboven?

Slide 11 - Slide

Nevenschikkend
  • 2  hoofdzinnen
  • voegwoorden: en-want-maar-of
  • ow en pv naast elkaar
  • zelfstandig 
Onderschikkend
  • hoofd-en bijzin
  • bijzin is deel hoofdzin
  • niet zelfstandig 
  • ow en pv niet altijd naast elkaar
  • voegwoorden: Doordat, omdat, zodat etc.

Slide 12 - Slide

Werkblad
We maken samen het extra werkblad over nevenschikking en onderschikking.

Slide 13 - Slide

Huiswerk
Opdracht 2.7

7 en 9
+
werkblad nevenschikking/onderschikking


Slide 14 - Slide

Lesdoelen
- Je weet wat een enkelvoudige en een samengestelde zin in.
- Je kunt een enkelvoudige en een makkelijke samengestelde zin ontleden.
- Je weet wat nevenschikking en onderschikking is. 

Slide 15 - Slide