07. Thema 2, Week 1, Les 1 ou of au

Bedenk zelf zoveel mogelijk woorden met ou
1 / 21
next
Slide 1: Mind map
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bedenk zelf zoveel mogelijk woorden met ou

Slide 1 - Mind map

Bedenk zelf zoveel mogelijk woorden met au

Slide 2 - Mind map

Lesdoel
Ik leer woorden met au en ou correct schrijven.

Slide 3 - Slide

ATTENTIE!
Je kunt aan de klank van een woord niet horen of je het woord schrijft met au of met ou. 
Helaas bestaan er ook geen duidelijke regels over het gebruik van au en ou.
Dit zul je dus per woord moeten leren!

Slide 4 - Slide

au of ou?
de juiste spelling is:
A
rauw
B
rouw

Slide 5 - Quiz

Door de context weet ik hoe ik het schrijf.
Ik lust geen rauw vlees
Ik rouw om mijn moeder.

Slide 6 - Slide

OU
AU
..gustus
kl..teren
mi..wen
dinos..rus
n..wkeurig
..ditie
..tomatisch
n..welijks

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide


De juffrouw trek haar .............. op
A
wenkbrouwen
B
wenkbrauwen
C
wengkbrouwen
D
wengkbrauwen

Slide 9 - Quiz

au of auw en ou of ouw


let op!!!
hoor je de au of ou aan het einde van een woord?
dan een w erachter
pauw en touw

Slide 10 - Slide

Een meisje, tien meisjes.
Meisjes is met meerv..d van meisje
A
meervaud
B
meervoud

Slide 11 - Quiz


De kab..ter
A
de kabouter
B
de kabauter

Slide 12 - Quiz


Dit zijn toesch..wers bij een voetbalwedstrijd.
A
de toeschauwers
B
de toeschouwers

Slide 13 - Quiz


De kikker kl..tert de trap op.
A
kloutert
B
klautert

Slide 14 - Quiz


Slide 15 - Open question


Dit is geen moderne, maar een ..derwetse telefoon.

Slide 16 - Open question


de dinos..rus

Slide 17 - Open question

Goed
Fout
Er ligt dauw op het gras
Ik speld je iets op de mouw
Zij is onlangs getrouwd 
Ik ga dat nabauwen
De melk is louw
Ik kom er gauw aan
Die leerlingen zijn staut
Wat heb ik het kaud
Wij klouteren in bomen
De kat miouwt
De koe herkauwt
De groente is nog rauw

Slide 18 - Drag question

OU
AU
..stralië
ben..wd
tr..wen
v..wen
vr..wen
tr..ma
ber..w
opb..wen
sch..ders
oerw..d
appl..s
ch..ffeur

Slide 19 - Drag question

spelling
7: Thema 2, week 1, les 1
OPGAVE 1i
oefendictee
8: Thema 2, week 1, les 2
ALLE OPGAVEN
15 X PLUSSEN

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link