Persoonlijke brief schrijven herhaling

Persönlicher Brief
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Persönlicher Brief

Slide 1 - Slide

een persoonlijke brief
A
kent geen aanhef
B
moet altijd in de Du-vorm
C
kent geen strikte regels, je mag doen wat je wilt
D
is niet voor zakelijk doel

Slide 2 - Quiz

Om te onthouden:

De brief : der Brief
de persoonlijke brief: der persönlicher Brief
de e-mail: die E-Mail
de enveloppe: der Umschlag
schrijven: schreiben

Slide 3 - Slide

Welke Duitse aanhef heb je?

Slide 4 - Mind map

Liebe Anika= Beste Anika
Lieber Hans= beste Hans
Liebe Kinder= beste kinderen


Hallo Anika
Hallo Hans
Hallo Kinder

Slide 5 - Slide

achter de aanhef
A
komt een komma en meteen kleine letter bij volgende zin
B
komt een uitroepteken en kleine letter bij volgende zin
C
komt een komma en hoofdletter bij volgende zin
D
komt niets en de volgende zin begint met hoofdletter

Slide 6 - Quiz

Liebe Anika, 

ich hoffe es geht dir gut.

Slide 7 - Slide

liebe Grüße
hartelijke groeten
Tschüss
met vriendelijke groeten
lieve groeten
herzliche Grüße
doei, dag
mit freundlichen Grüßen

Slide 8 - Drag question

Opdracht brief /e- mail schrijven


Je bent terug van je stage. Tijdens je stage heb je goed contact gehad met je collega’s van het stagebedrijf. Je hebt beloofd dat contact te onderhouden en je schrijft een brief/email
Je schrijft de volgende punten in het Duits.

  1. Juiste aanhef
  2. Je vraagt hoe het gaat
  3. Je vertelt hoe het met jou gaat (goed)
  4. Je vertelt dat je nu weer naar school gaat.
  5. Je vertelt dat je het wel leuk vindt om weer op school te zijn maar dat je de stage mist
  6. Je vertelt dat je veel hebt geleerd op stage.
  7. Je hebt ook veel geleerd over het leven in Duitsland.
  8. Je vraagt hoe het weer nu is
  9. Je hoopt dat je ze volgend jaar weer kan zien (bezoeken).
  10. Je sluit af op gepaste manier 











Slide 9 - Slide

ik   /ga        / nu     /weer      /naar   / school.
ich /gehe   / jetzt  /wieder  / zur     /Schule.

Slide 10 - Slide

Maak de brief voor volgende les

Slide 11 - Slide

wat vond je van les? Wat heb je onthouden?

Slide 12 - Mind map