Les 9 - Anticyclisch conjunctuurbeleid

1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen

- Je leert wat anticyclisch conjunctuurbeleid is.
- Je weet wat inverdien en -uitverdieneffecten zijn.
- Je weet wat automatische conjunctuurstabilisatie is.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Prinsjesdagprogramma
- Nakijken van examenopgave Kerngezond.
- Herhaalopgave 'De conjunctuurklok'
------------------------------------------------------------------------
- Lezen van samenvatting conjunctuur (uitgedeeld) + vragen.
- Introductie inverdien-/uitverdieneffect + opgave inverdieneffect
------------------------------------------------------------------------
- Introductie automatische conjunctuurstabilisatie.
- Maken opgave stabilisatie.
- Thuis maken: VWO-examenopgave De grote recessie 6.19


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Berekening Kerngezond

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Inverdieneffecten voor de overheid bij een toename van de overheidsbestedingen hebben betrekking op:
A
een afname van de overheidsinvesteringen
B
een toename van de inkomstenbelasting.
C
een afname van de sociale uitkeringen.
D
een toename van de overheidsconsumptie.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welke stelling is juist?
Het uitverdieneffect van verminderde overheidsuitgaven betekent dat de overheid .....
A
De belastingen verhoogt om het overheidstekort te laten dalen
B
haar tekort ziet dalen met het bedrag van de bezuiniging
C
minder uitgeeft waardoor de economie minder groeit en daarmee ook de belastingontvangsten
D
de belasting moet verlagen om extra bestedingen uit te lokken

Slide 21 - Quiz

Het tekort zal juist minder dalen. In 1e instantie daalt het tekort, echter door het uitverdieneffect, zullen de belastingontvangsten minder zijn, dus het tekort zal minder dalen. 
Stelling: Bij anticyclisch conjunctuurbeleid zal bij laagconjunctuur het overheidssaldo verbeteren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

In de praktijk is de werking van anticyclisch begrotingsbeleid vaak procyclisch. Wat is geen reden?
A
de timing is lastig
B
door onze open economie
C
niet populair bij verkiezingen
D
door de lage rente

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Door de plotselinge neergang van de economie wil de overheid bezuinigen, omdat het land zijn rente en aflossing anders niet meer kan betalen. Dit is een voorbeeld van ...
A
automatische conjunctuurstabilisatie
B
procyclisch beleid
C
anticyclisch beleid
D
averechtse selectie

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen anticyclisch beleid tijdens hoogconjunctuur?
A
Inkomstenbelasting verhogen
B
Export subsidiëren
C
Bezuinigen
D
BTW verhogen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions