This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Thema 4: stevigheid en beweging
Basisstof 3 - Beenverbindingen & gewrichten
Slide 1 - Slide
In deze les:
Terugblik:
4.1 Skelet
4.2 Botten en kraakbeem
Lesdoelen van deze week
Uitleg beenverbindingen / gewrichten
Opdracht t/m
Slide 2 - Slide
skelet, botten en kraakbeen
Slide 3 - Slide
Hoeveel botten heeft een baby bij de geboorte?
A
206
B
350
C
250
D
306
Slide 4 - Quiz
Vorige week: bot en kraakbeen. Zet de eigenschappen op de juiste plek.
Dit heet:
Veel:
Weinig:
Dit heet:
Veel:
Weinig:
Kraakbeen
Kalk
Kalk
Lijmstof
Lijmstof
Bot
Slide 5 - Drag question
vandaag
Slide 6 - Slide
Lesdoelen
Je kunt vier beenverbindingen beschrijven.
Je kunt de bouw van een gewricht beschrijven.
Je kent het verschil tussen een kogelgewricht en een scharniergewricht.
Brechje en Joost
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
02:55
Welke beenverbinding is nog geen verbinding als je een baby bent?
A
Vergroeiing in je heiligbeen
B
Naadverbinding in je schedel
C
Kraakbeenverbinding in je rug
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Video
04:30
Welk soort gewricht zit er in je knie?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht
Slide 11 - Quiz
05:51
Welk onderdeel wordt aangegeven bij 1?
A
Kraakbeenlaagje
B
Gewrichtskom
C
Gewrichtskogel
D
Gewrichtskapsel
Slide 12 - Quiz
05:51
Met welk nummer wordt het onderdeel aangegeven dat gewrichtssmeer maakt?
A
Nummer 2
B
Nummer 3
C
Nummer 4
D
Nummer 5
Slide 13 - Quiz
05:51
Met welk nummer wordt het onderdeel aangegeven dat grote gewrichten bij elkaar houdt?
A
Nummer 2
B
Nummer 3
C
Nummer 4
D
Nummer 5
Slide 14 - Quiz
De bouw van een gewricht
(als je het nog even rustig na wil lezen)
De gewrichtskogel heeft een bolle vorm. Op de kop ligt een laagje kraakbeen. Dit is om het tegen elkaar schuren van de botten te voorkomen.
De gewrichtskom heeft een holle vorm. In de kom ligt een laagje kraakbeen. Dit is om het tegen elkaar schuren van de botten te voorkomen.
Door het laagje kraakbeen op beide botten, slijten de botten niet zo snel en kunnen ze soepel over elkaar heen bewegen.
Het gewrichtssmeer wordt gemaakt door het gewrichtskapsel en is een stroperige vloeistof. Denk maar aan het smeren van een piepend scharnier: daar doe je olie tussen.
De kapselbanden zorgen ervoor dat de botten op hun plek blijven zitten. Kapselbanden zitten vaak op grotere gewrichten waar je veel kracht op moet zetten, bijvoorbeeld je heupen en je knieën.
Het gewrichtskapsel zorgt ervoor dat de botten aan elkaar blijven zitten. Daarnaast maakt het gewrichtskapsel ook gewrichtssmeer waardoor het gewricht soepel beweegt.
Slide 15 - Slide
Zet de 4 verschillende beenverbindingen onder elkaar. Schrijf erachter hoe goed je ze kunt bewegen.
Slide 16 - Open question
Sleep het onderdeel naar het juiste nummer
Kraakbeenlaagje
Gewrichtskom
Kapselband
Gewrichtskapsel
Gewrichtssmeer
Gewrichtskogel
Slide 17 - Drag question
In deze les heb je geleerd:
- vier beenverbindingen te beschrijven. (kader)
- de bouw van een gewricht beschrijven. (basis + kader)
- het verschil kennen tussen een kogelgewricht en een scharniergewricht. (kader)
Slide 18 - Slide
Hoe vond je deze LessonUp?
😒🙁😐🙂😃
Slide 19 - Poll
wat vond je top?
Slide 20 - Open question
Wat kan beter ?
Slide 21 - Open question
Einde van deze uitleg
Kijk je gemaakte opdrachten na
Ga daarna verder met je huiswerk voor de volgende les