10.5 Hersenen veranderen

10.5 Hersenen veranderen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

10.5 Hersenen veranderen

Slide 1 - Slide

Deze les
  • Wat weten we nog?
  • Uitleg over 10.5 deel 1
  • Opdrachten maken


Keuze: meedoen met uitleg of zelfstandig aan het werk.
Opdrachten 2 t/m 11

Slide 2 - Slide

Onder invloed van wat voor soort stoffen vinden veel lichaamsveranderingen plaats?

Slide 3 - Open question

Hoe worden hormonen door het lichaam verplaatst?
A
via zenuwen
B
via bloedvaten
C
via spieren
D
via de wervelkolom

Slide 4 - Quiz

Hoe heet de belangrijke hormoonklier in de hersenen?
A
hersenstam
B
witte stof
C
hypofyse
D
hypothalamus

Slide 5 - Quiz

Vanaf welke leeftijd zijn de hersenen volgroeid?
A
18 jaar
B
20 jaar
C
25 jaar
D
30 jaar

Slide 6 - Quiz

Wat voor soort cellen vind je voornamelijk in de hersenen?
A
witte bloedcellen
B
zintuigcellen
C
beenmergcellen
D
zenuwcellen

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
  • de verschillende onderdelen van de hersenen benoemen en hun taak noemen.
  • uitleggen wat hersenrijping is.
  • beschrijven welke veranderingen er op treden in de puberteit met de rijping van de frontaalkwab.

Slide 8 - Slide

Hersenen
Hersenen regelen allerlei belangrijke lichaamsfuncties, maar ook je denken en voelen.

Bestaan uit drie delen:
  • grote hersenen
  • kleine hersenen
  • hersenstam

Slide 9 - Slide

Zenuwcellen
Hersenen bestaan uit honderd miljard zenuwcellen.

Zenuwcel = cellichaam met uitlopers.

Die uitlopers maken contact met 
andere zenuwcellen. En vormen zo een 
netwerk in de hersenen.

Slide 10 - Slide

Hersenschors = buitenkant van de grote hersenen. Sommige delen daarvan hebben een eigen taak: hersencentrum.

Niet alle hersendelen zijn direct
actief bij geboorte. Dit kan jaren
duren: hersenrijping.

De verbindingen tussen zenuw-
cellen worden dan gelegd.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Praten
Gebied van Wernicke: betekenis van woorden herkennen.
Gebied van Broca: praten en grammatica.

Gebied van Wernicke rijpt eerder, dus kinderen
begrijpen eerder de betekenis. Later beginnen
ze pas met zelf praten en zinnen vormen.

Slide 13 - Slide

Frontaalkwab
Frontaalkwab: plannen, beslissingen nemen en emoties reguleren. Ontwikkelt in puberteit verder:
  • beter taken plannen en info onthouden.
  • meer bewustzijn over gevolgen van gedrag.


Slide 14 - Slide

Limbisch systeem
Limbisch systeem: reageert op emoties en beloningen. 
Pubers zoeken hierdoor naar een 'kick', zonder altijd 
rekening te houden met de gevolgen.

Rijping van hersenen verschilt per persoon, maar rond 25e bij iedereen 'af'. Je kunt dan nog steeds dingen leren! Door te oefenen/leren maken je zenuwcellen nog steeds nieuwe verbindingen.

Slide 15 - Slide

Opdrachten
Basis: 2 t/m 11
Verdieping: 12
Huiswerk voor woensdag 7 december

Slide 16 - Slide