Opfrissen LA Klas 3 Jan20222

Hoe vorm je een pqpf?
A
impf-stam + era + persoonsuitgang
B
perf-stam + era + persoonsuitgang
C
inf. perf. + persoonsuitgang
D
praesens-stam + ba + persoonsuitgang
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Hoe vorm je een pqpf?
A
impf-stam + era + persoonsuitgang
B
perf-stam + era + persoonsuitgang
C
inf. perf. + persoonsuitgang
D
praesens-stam + ba + persoonsuitgang

Slide 1 - Quiz

Met welk Nederlands voegwoord vertaal je een A.c.I.?

Slide 2 - Open question

Hoe vorm je een conjunctivus imperfectum?
A
praesens-stam + ba + persoonsuitgang
B
impf-stam + era + persoonsuitgang
C
inf. perf. + persoonsuigang
D
inf. praesens + persoonsuitgang

Slide 3 - Quiz

In het zinnetje "Marcus dicit se hominem servavisse" is "se" een...
A
objectaccusativus
B
wederkerend voornaamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord
D
subjectaccusativus

Slide 4 - Quiz

Hoe vorm je een perfectum passief?
A
ppp + impf-vorm van esse
B
ppa + pr-vorm van esse
C
ppp + pr-vorm van esse
D
ppp + passieve persoonsuigang

Slide 5 - Quiz

In het Latijn komt het betrekkelijk voornaamwoord (relativum) overeen met het antecedent in...
A
geslacht en naamval, niet in getal
B
geslacht en getal, niet in naamval
C
naamval en getal, niet in geslacht
D
in naamval, getal en geslacht

Slide 6 - Quiz

Voornaamwoorden: geef de gen. ev. van "is" en acc. mv. van "haec"
A
"eius" en "hanc"
B
"eius" en "has"
C
"ei" en "hunc"
D
"ei" en "has"

Slide 7 - Quiz

"amatus essem" is een...
A
conj. pr. passief
B
conj. pqpf passief
C
conj. impf. passief
D
conj. impf. actief

Slide 8 - Quiz

Soms kom je in een verhalende tekst, die zich in het verleden afspeelt, een tegenwoordige tijd tegen. Hoe noem je dit?

Slide 9 - Open question

In welk tijdperk ontvluchtte Vrouwe Justitia de aarde?
A
He Gouden tijdperk
B
Het Zilveren tijdperk
C
Het Bronzen tijdperk
D
Het IJzeren tijdperk

Slide 10 - Quiz

Wat wordt met deze vier gravures afgebeeld?

Slide 11 - Open question

Naar wie heeft Aeneas de door hem gestichte stad Lavinium vernoemd?

Slide 12 - Open question

Welke Trojaanse vrienden werden door de Rutuliërs gedood?
A
Castor en Pollux
B
Achilles en Patroklos
C
Nisus en Euryalus
D
Romus en Remus

Slide 13 - Quiz

Wie is dit?

Slide 14 - Open question