Klimaatsysteem van Köppen

Klimaatsysteem van Köppen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Klimaatsysteem van Köppen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welke klimaten zijn er?

Slide 4 - Mind map

Elk gebied heeft zijn eigen klimaat

Klimaat = Het gemiddelde weer in een bepaald gebied over dertig of veertig jaar

Slide 5 - Slide

Om onderscheid te maken, zijn er vijf categorieën gemaakt:
A, B, C, D en E

Bij categorie A, C, D en E gaat het om temperatuur

Bij categorie B om neerslag


A = tropisch klimaat
B = droog klimaat
C = zeeklimaat
D = landklimaat
E = koud klimaat

Slide 6 - Slide

De kenmerken per klimaat

Slide 7 - Slide

De gegevens over het klimaat in een plaats kan je weergeven in een grafiek

Aan de hand van de grafiek kan je het klimaat benoemen

Slide 8 - Slide

Wat voor klimaat zou bij deze grafiek passen?
A
Een A-klimaat
B
Een B-klimaat
C
Een C-klimaat
D
Een D-klimaat

Slide 9 - Quiz

Wat voor klimaat zou bij deze grafiek passen?
A
Een B-klimaat
B
Een C-klimaat
C
Een D-klimaat
D
Een E-klimaat

Slide 10 - Quiz

Zeeklimaat (C-klimaat):
koele zomers, zachte winters
Verschil met een landklimaat (D-klimaat):
Bij een landklimaat zijn de verschillen winter-zomer veel groter

Slide 11 - Slide

Subcategorieën
Naast de vijf letters worden ook kleine letters toegevoegd
Bij de A, C en D-klimaten zijn dit:
s, w, en f

Deze geven aan wanneer de droge tijd is:
Zomer (sommer), winter, of nooit (fehlt)

Slide 12 - Slide

Welk klimaat heeft Nederland dan?
A
Cs
B
Cw
C
Cf

Slide 13 - Quiz

Bij het B-klimaat:

S of W
S = steppeklimaat
W = woestijnklimaat

Steppe is weinig neerslag
Woestijn zo goed als geen neerslag
Bij het E-klimaat:

T of F
T = toendraklimaat
F = ijsklimaat

Alleen bij het ijsklimaat komt de temperatuur nooit boven de 0 graden uit

Slide 14 - Slide

Klimaten in de VS: van tropisch tot poolklimaat

Slide 15 - Slide