Economie H5 4hGL

De producent 
H5 4hGL
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De producent 
H5 4hGL

Slide 1 - Slide

Geef een voorbeeld van kosten waar een ondernemer mee te maken heeft.

Slide 2 - Open question

Tekst
Deze kosten zijn afhankelijk van de werkelijke productie
Deze kosten zijn afhankelijk van de gekozen productiecapaciteit
Constante kosten 
Variabele kosten 

Slide 3 - Drag question

Snackbar 't Huuske verkoopt de ene week 100 bakjes friet en de andere week 25.

Zit er verschil tussen zijn kosten in die twee weken? Leg je antwoord uit!

Slide 4 - Open question

Hoe bereken je de totale kosten van een ondernemer?
A
werkelijke productie x variabele kosten
B
opbrengst - kosten
C
constante kosten x productiecapaciteit
D
constante kosten + variabele kosten

Slide 5 - Quiz

Totale kosten

Totale kosten = Totale Constante Kosten + Totale Variabele Kosten

TK = TCK + TVK

Slide 6 - Slide

't Huuske verkoopt snacks, welke worden ingekocht bij de groothandel. Per maand betaalt het bedrijf €750 huur, de loonkosten van een vaste werknemer €1800 en verzekeringen €980. De variabele kosten bestaan uit de ingekochte snacks. De gemiddelde inkoopprijs bedraagt €0,75 per stuk.

Hoeveel zijn de totale constante kosten? Schrijf je berekening op.

Slide 7 - Open question

't Huuske verkoopt snacks, welke worden ingekocht bij de groothandel. Per maand betaalt het bedrijf €750 huur, de loonkosten van een vaste werknemer €1800 en verzekeringen €980. De variabele kosten bestaan uit de ingekochte snacks. De gemiddelde inkoopprijs bedraagt €0,75 per stuk.

Hoeveel zijn de totale variabele kosten? Schrijf je berekening op.

Slide 8 - Open question

't Huuske verkoopt snacks, welke worden ingekocht bij de groothandel. Per maand betaalt het bedrijf €750 huur, de loonkosten van een vaste werknemer €1800 en verzekeringen €980. De variabele kosten bestaan uit de ingekochte snacks. De gemiddelde inkoopprijs bedraagt €0,75 per stuk.

In een maand verkopen ze 5.500 snacks.

Hoeveel zijn de totale kosten? Schrijf je berekening op.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Hoe ziet een kostenvergelijking eruit?
A
TK = TC + TV
B
TO = TCK + TVK
C
TK = TCK + TVK
D
TW = TO - TK

Slide 11 - Quiz

Constante kosten zijn gebaseerd op...
A
werkelijke productie
B
werkelijke kosten
C
verwachte productie
D
gekozen productiecapaciteit

Slide 12 - Quiz

Wat is de formule voor variabele kosten?
A
TVK=p x q
B
TCK= p x q
C
TVK= VK x q
D
TVK= TK x q

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Hoe kan je de winst maken? En hoe berekenen?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide