De Rechtszaak (volgorde):
1. Eerst controleert de rechter de persoonlijke gegevens van de verdachte.
2. De officier van justitie leest de aanklacht voor. Hierin staat van welk misdrijf de verdachte beschuldigd wordt.
3. De rechter, officier van justitie en de advocaat stellen vragen aan de verdachte.
4. Getuigen worden opgeroepen. Een getuige mag niet liegen.
5. Na alle vragen legt de officier van justitie uit waarom hij vindt dat de verdachte schuldig is en een straf verdient.
6. De advocaat verdedigd de verdachte.
7. De verdachte mag aan het einde nog iets zeggen.
8. De rechter spreekt het vonnis uit, hij vertelt wat zijn beslissing is.