This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat zijn de 5 rekendomeinen?
A
Grootheden/eenheden, omgaan met kwantitatieve informatie, oriëntatie in de 2 en 3 d wereld, procenten en vergelijkingen
B
Grootheden/eenheden, verhoudingen gebruiken, omgaan met kwalitatieve informatie, vergelijkingen en berekenen van oppervlakten
C
Oriëntatie in de 2 en 3 wereld, procenten, breuken, verhoudingen gebruiken en grootheden en eenheden
D
Verhoudingen gebruiken, omgaan met kwantitatieve informatie, oriëntatie in de 2 en 3 d wereld, procenten en grootheden/eenheden
Slide 2 - Quiz
Rekendomeinen
Grootheden en eenheden
Oriëntatie in de twee-en driedimensionale wereld
Verhoudingen herkennen en gebruiken
Procenten gebruiken
Omgaan met kwantitatieve informatie
Slide 3 - Slide
Een kerstboom bestaat uit 80 lampjes met 3 verschillende kleuren. 38 lampjes zijn geel, 1/5 deel van de lampjes is blauw. Hoeveel lampjes zijn rood?
A
36
B
26
C
32
D
22
Slide 4 - Quiz
Hoeveel dagen na het Sinterklaas is het 2e Kerstdag?
A
20 dagen
B
25 dagen
C
21 dagen
D
26 dagen
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Hoeveel rode kerstballen zijn er op de tekening te zien?
A
5
B
12
C
7
D
8
Slide 7 - Quiz
M B O T K R O S E
Welk woord kun je met deze letters maken ?
timer
0:45
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Hoeveel liter is 550 dm3?
A
550 liter
B
55 liter
C
0,55 liter
D
5,5 liter
Slide 14 - Quiz
Hoeveel kg is 1 ton?
A
1.000.000 kg
B
100 kg
C
100.000 kg
D
1.000 kg
Slide 15 - Quiz
Hoeveel Euro (€) is 1 ton?
A
100.000
B
10.000
C
1.000
D
100
Slide 16 - Quiz
1345 - 451 + 155 =
A
1050
B
1051
C
1049
D
949
Slide 17 - Quiz
Wat betekent het volgende symbool?
>
A
Kleiner dan
B
Groter dan
C
Gelijk aan
D
Niks
Slide 18 - Quiz
De topvoetballer verdient € 3,6 miljoen in 2 jaar. Hoeveel verdient hij per maand?
A
15.000
B
1,8 miljoen
C
150.000
D
180.000
Slide 19 - Quiz
is gelijk aan 1 liter
1dm3
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
Neem een getal van 0 t/m 9 in je hoofd. Tel hetzelfde getal erbij op. Tel er nu 10 bij op. Deel het getal nu door 2. Trek het getal waar je mee begon er weer vanaf. Waar kom je op uit?