les t/m les 25

Salvete omnes!
1 / 45
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Salvete omnes!

Slide 1 - Slide

timer
5:00
Maak een rebus van 2 activiteiten uit je vakantie. Zodadelijk gaan we een aantal proberen op te lossen >:-)

Slide 2 - Mind map

Lever de rebus in!

Slide 3 - Open question

So it begins. Recap.
Vragende voornaamwoorden
Betrekkelijke voornaamwoorden

Slide 4 - Slide

Schrijf op in je schrift:
Het rijtje van:

servus
laeta
clarior
 qui  

Slide 5 - Slide

mannelijk ev: servus, servi, servo, servum, servo
mv: servi, servorum, servis, servos, servis

vr/betr vnw ev: qui, cuius, cui, quem, quo
mv: qui, quorum, quibus, quos, quibus
vrouwelijk ev: laeta, laetae, laetae, laetam, laeta
mv: laetae, laetarum, laetis, laetas, laetis

comp ev: clarior, clarioris, clariori, clariorem, clariore
mv: clariores, clariorum, clarioribus, clariores, clarioribus


Slide 6 - Slide

Vragende voornaamwoorden
qui        quae      quod
cuius      cuius       cuius
cui       cui        cui
quem     quam      quod
quo     qua      quo
etc. 

Slide 7 - Slide

Zelfstandig

OP ZICHZELF!

- Quis id fecit? / Quid fecit?
(Wie heeft dit gedaan? / Wat heeft hij gedaan?)
OF in een naamval:
- Cui donum dat?
(Aan wie geeft hij een gift?)


Bijvoeglijk

CONGRUEERT! 

- In qua via servus ambulat?
(Langs/op welke weg/waarlangs loopt de slaaf?)
- Quem Pikachum Ash capit?
(Welke Pikachu vangt Ash?)
- Cui servo donum dat?
(Aan welke slaaf geeft hij een gift?)

Slide 8 - Slide

dat ev
dat mv
gen ev
abl ev
nom mv
quae 
quibus
qua
cuius
cui

Slide 9 - Drag question

Betrekkelijk voornaamwoord
Zelfde rijtje als het vragend voornaamwoord!

Slide 10 - Slide

dat ev vr
abl mv onz
gen ev ma
acc ev
acc mv 
quae 
quibus
quod
cuius
cui
quam

Slide 11 - Drag question

Bijvoeglijk vragend voornaamwoord


Congrueert in GETAL en GESLACHT EN NAAMVAL
omdat het bijvoeglijk vr. vnw. HOORT bij een zelfst. naamwoord


Quam urbem Romam vocamus?
Betrekkelijk voornaamwoord


Congrueert in GETAL en GESLACHT
omdat het betrekkelijk voornaamwoord een eigen functie in de zin heeft en alleen terugverwijst


Urbem, quae aedificata est, Romam vocamus. 

Slide 12 - Slide

Bijv. vr. vnw
Zelfst vr vnw
Betrek vnw
In qua lagoena ketchupus est?
Puer, cuius ... , fecit
Quid fit?
Qui puer .... fecit? 
Pikachus, qui .... , lacrimat

Slide 13 - Drag question

LET OP:
quod = acc ev onz
maar betekent ook OMDAT (les 8)

Slide 14 - Slide

Lezen inleidende tekst les 27 (blz. 94)

Slide 15 - Slide

Vingers:
Wie van jullie is hardhorend/beetje doof?

(soms heb ik zelf dat ik zeg: wat zei je? en dat DAN binnenkomt wat de ander zei - had het wel gehoord, had alleen even een soort lag)

Slide 16 - Slide

A.c.I
na woorden als: zien, horen, voelen, menen, denken, bevelen,..
QUID???? QQQQUUUUIIDDDD?! 
Servus dicit: pikachus ibi ambulat!
Servus dicit pikachum ibi ambulare
Servus dicit: in piscina sto
Servus dicit se in piscina stare 

Slide 17 - Slide

A.c.I
na woorden als: zien, horen, voelen, menen, denken, bevelen,..

Servus dicit: pikachus ibi ambulat!
De slaaf zegt: pikachu loopt daar!

Servus dicit pikachum ibi ambulare
De slaaf zegt dat Pikachu daar loopt

Slide 18 - Slide

Fullonia
1. Stephanus fullo servis mandata dederat. Dum
2. servi mandata prima perficiunt, dominus operis
3. progressum custodiebat. Stephanus vidit servos
4. vasa in via colligere et in aream portare. Audivit
5. servos vasa plena urinae in piscinam fulloniae
  fundere.

Slide 19 - Slide

Aantekening A.c.I.
Signaalwoorden: horen, bevelen, zien, merken, denken... 
zin met 'dat' in het Nederlands beginnen: ik hoor DAT...
- eerste ACC wordt OW van de 'dat'-zin
- INF wordt persoonsvorm van de 'dat'-zin

LET OP de tijd van de inf!! (uitleg komt volgende keer)
INF praesens: vocare |  INF perfectum: vocavisse

Slide 20 - Slide

Les 27 
(andere LessonUp, Marianne)

Slide 21 - Slide

Aantekening A.c.I.
Signaalwoorden: horen, bevelen, zien, merken, denken... 
zin met 'dat' in het Nederlands beginnen: ik hoor DAT...
- eerste ACC wordt OW van de 'dat'-zin
- INF wordt persoonsvorm van de 'dat'-zin

LET OP de tijd van de inf!! 
INF praesens: vocare |  INF perfectum: vocavisse

Slide 22 - Slide

Voorbeeldzinnen
  • intellexit servos suos eorum domino maledicere.  
  • maar hij begreep dat zijn slaven roddelden over hun meester 

  • Ave, Hedone, nonne sentis nos silentio laborare? 
  • Gegroet, Hedone, je merkt zeker dat wij in stilte werken?

  • Ave, Hedone, nonne sentis nos silentio laboravisse? 
  • Gegroet, Hedone, je merkt zeker dat wij in stilte werkten/hebben gewerkt?


Slide 23 - Slide

Voorbeeldzinnen
  • intellexit servos suos eorum domino maledicere.  
  • maar hij begreep dat zijn slaven roddelden over hun meester 

  • Ave, Hedone, nonne sentis nos silentio laborare
  • Gegroet, Hedone, je merkt zeker dat wij in stilte werken?

  • Ave, Hedone, nonne sentis nos silentio laboravisse
  • Gegroet, Hedone, je merkt zeker dat wij in stilte werkten/hebben gewerkt?


Slide 24 - Slide

Infinitivus praesens
Infinitivus Perfectum
Gelijktijdig aan pers.v. HZ
Voortijdig aan pers.v. HZ
-re 
-isse
hij zei ... dat wij moesten...
Ik zeg ... dat hij wist.. 

Slide 25 - Drag question

vert. les 25 t/m r. 15 
(periculo esse)

(bespreken over 10 minuten)
timer
10:00

Slide 26 - Slide

r. 11-15
11. Stephanus sermonem servorum non optime audivit, sed

intellexit servos suos eorum domino maledicere.

Clamavit:'Desinite garrire. Non mihi placet vos

garrire. Nisi desinitis garrire, poena gravissima

vobis manet.'Servi scierunt se in periculo esse:

Slide 27 - Slide


Huiswerk volgende keer
(maandag 1e uur; 13 september)

vert. les 25 t/m r. 22

Slide 28 - Slide

Salvete omnes!

Slide 29 - Slide

Wat is het leukst dat je in het weekend
hebt gedaan / meegemaakt?

Slide 30 - Mind map

bespr. r. 11-15
11. Stephanus sermonem servorum non optime audivit, sed

12. intellexit servos suos eorum domino maledicere.

13. Clamavit:'Desinite garrire. Non mihi placet vos

14. garrire. Nisi desinitis garrire, poena gravissima

15. vobis manet.'Servi scierunt se in periculo esse:

Slide 31 - Slide

Vert. r. 21-25 (zodadelijk opgave bij om te bespreken)
Subito Stephanus clamavit: ‘Audivi vocem! Quis

erat? Cuius vocem audivi?’ Postquam servi diu

timide tacuerunt, Lysander respondit: ‘O domine,

ego dixi ehm  … ego dixi ehm  …’ Hedone celeriter

addidit: ‘Cunctos servos silentio laborare debere.



Slide 32 - Slide

Bespr. r. 16-20
16. olim dominus crudelis servos, quorum verba eum

17. laeserant, vendiderat. Silentio servi tristes lavabant

18. vestes. Intravit serva, cui dixit Lysander: ‘Ave,

19. Hedone, nonne sentis nos silentio laborare?

20. Iratior hodie dominus est.’



Slide 33 - Slide

Welke zin komt eruit?

Slide 34 - Slide

Salvete omnes!

Slide 35 - Slide

Les 26 t/m r. 6
1. Aiax est nomen asini, qui iterum iterumque in

2. pistrina molam movet: circumit, circumit,

3. circumit. Dum sine fine perpetuos suos orbes

4. similes facit, Aiax de vita cogitat: 

Slide 36 - Slide

Les 26 t/m r. 6
4 ... , Aiax de vita cogitat: ‘Memini temporis

5. iuventutis meae. Memini solem semper luxisse

6. herbasque in clivis Vesuvii montis suaviter oluisse.

Slide 37 - Slide

ler. woorden les 25
timer
5:00

Slide 38 - Slide

Les 26 doen we t/m r. 15
= tevens huiswerk voor de volgende keer 

Slide 39 - Slide

Salvete omnes!

Slide 40 - Slide

Huiswerkoverhoring
Tafels uit elkaar
Schrift en streepteksten op tafel
timer
11:11

Slide 41 - Slide

Salvete omnes!

Slide 42 - Slide

Wat is het leukst dat je in het weekend hebt gedaan / meegemaakt?

Slide 43 - Mind map

Noteer 4 AcI's uit tekst 27
2x met een inf praes
2x met een inf pf

Slide 44 - Slide

Stippenpuzzel les 27
Welke tekening komt eruit?

Voor +0,2 bonus

Slide 45 - Slide