13.2 inhoud omrekenen

• Rekenen
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1,2

Hoofdstuk 13.2 Inhoud omrekenen

bij

bij

Meten en meetkunde

Rekenen

13.1 Inhoud

Leerdoelen: 

Aan het einde van de les:

- weet je wat de eenheden van inhoud zijn

- weet je welke eenheid van inhoud is

- kun je de verschillende inhoudsmaten naar elkaar omrekenen

- kun je de inhoud van maatbekers aflezen

bij

bij

Wat is Inhoud?

Inzicht in inhoudsmaten

Voorbeelden

• Een fles water van 1 liter.
• Een glas sinaasappelsap van 1 dl.
• Een scheutje stroop van 1 cl.
• Een beetje tandpasta van 1 ml.
  

Kies de juist inhoudsmaat:

In een kopje past 2 .... koffie

1. liter
2. deciliter
3. centiliter
4. milliliter

Kies de juist inhoudsmaat:

Ik probeer op een dag 1,5 ... water te drinken.

1. liter
2. deciliter
3. centiliter
4. milliliter

Inhoudsmaten omrekenen

De standaard gewichtsmaat is de liter. De andere eenheden zijn daarvan afgeleid met de voorvoegsels die je al leerde in de les over lengtematen:

kiloliter - hectoliter - decaliter - liter - deciliter - centiliter - milliliter

Tussen elke eenheid maak je een stapje van factor 10.
We gebruiken alleen de gekleurde eenheden.

Als de voorvoegsels nog helemaal niet bekend zijn, bekijk dan de les over lengtematen.

Als je inhoudsmaten moet omrekenen, kijk je naar dit plaatje:

inhoud van een object

vermenig vuldig alle zijden

Let op de uitdrukking ..³

Hoeveel is dit in dm3

Omrekenen kubieke ..3

Welk getal hoort op de puntjes?

30 centiliter is hetzelfde als ... liter.

Welk getal hoort op de puntjes?

0,08 deciliter is hetzelfde als ... milliliter.

Welk getal hoort op de puntjes?

0,08 deciliter is hetzelfde als ... milliliter.

1 kg = 1000 gram

1 gram = 1000 milligram

ONTHOUDEN:

=     1 Kilogram

=    1 Gram

=    1 Milligram

Onthoud

1 kg = 1000 gram

1 ton = 1000 kilogram

Een zak aardappelen
weeg je in?

1. g
2. kg
3. mg
4. hg

Een potlood weeg je in

1. kg
2. g
3. mg
4. dg

Vul in:
1 kilo= ......... gram
1 pond = ......... gram
1 ons = ............gram

Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig 13.2, 

opdracht 8, 9, 11 tot en met 14 blz. 86 t/m 92

LET OP: berekeningen opschrijven! Weet je iets niet dan vragen

Ben je klaar?

Nakijken & verbeteren

Daarna pak je je leesboek