Boek A, par 3.2, p103-104

Boek A, par 3.2, p103-104
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Boek A, par 3.2, p103-104

Slide 1 - Slide

Inhoud les
-leerdoel
-lezen en onderstrepen
-korte uitleg
-opdrachten 
-beantwoorden leerdoel

Slide 2 - Slide

Leerdoel deze les
Hoe werd de Islam en de Arabische wereld verspreidt? 



Slide 3 - Slide

Lees zelf en onderstreep
pagina 103, 104

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Uitleg
Wat is de Arabische wereld?
Een Arabisch rijk waar mensen dezelfde taal spreken, in de Islam geloven, dezelfde Islamitische regels, en dezelfde leiders hebben. 

Arabische heersers zijn tolerant met Christenen en Joden. Zij moeten wel extra belasting betalen. Andere mensen moeten moslim worden.


Slide 7 - Slide

Uitleg
Hoe werd de Arabische wereld groter gemaakt?
Na de dood van Mohammed vergroten zijn opvolgers (kaliefen) het Arabische rijk doormiddel van veroveringen. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Uitleg
Waarom is Jeruzalem belangrijk voor de Islam?
Volgens moslims maakte Mohammed
vanaf een berg in Jeruzalem een reis naar de
hemel. Om deze gebeurtenis te herdenken liet
een kalief hier de Rotskoepel bouwen.

Slide 10 - Slide

Maak de opdrachten
Je gebruikt de tekst in je boek.

Slide 11 - Slide

Wat is een kalief?
A
Een kalief is een opvolger van Mohammed.
B
Een profeet
C
Een Frankische koning

Slide 12 - Quiz

Op welke manier werd het islamitische rijk uitgebreid?
A
Door veroveringen
B
Dat ging vanzelf
C
Gebieden werden erbij gekocht

Slide 13 - Quiz

Welke gebeurtenis hoort bij Mekka?
A
Hier stichtte Mohammed een islamitische staat.
B
Hier regeerden de eerste kaliefen.
C
Hier werd Mohammed geboren.
D
Hier reisde Mohammed naar de hemel.

Slide 14 - Quiz

Welke gebeurtenis hoort bij Medina?
A
Hier stichtte Mohammed een islamitische staat.
B
Hier regeerden de eerste kaliefen.
C
Hier werd Mohammed geboren.
D
Hier reisde Mohammed naar de hemel.

Slide 15 - Quiz

Welke gebeurtenis hoort bij Jeruzalem?
A
Hier stichtte Mohammed een islamitische staat.
B
Hier regeerden de eerste kaliefen.
C
Hier werd Mohammed geboren.
D
Hier reisde Mohammed naar de hemel.

Slide 16 - Quiz

Welke gebeurtenis hoort bij Damascus?
A
Hier stichtte Mohammed een islamitische staat.
B
Hier regeerden de eerste kaliefen.
C
Hier werd Mohammed geboren.
D
Hier reisde Mohammed naar de hemel.

Slide 17 - Quiz

Bekijk de kaart. Welke kleur hoort bij het Arabische rijk?
A
groen
B
blauw

Slide 18 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van Arabische cultuur?
A
Arabische taal
B
islam als geloof
C
dezelfde islamitische regels
D
betalen met goud

Slide 19 - Quiz

Welk begrip hoort hierbij?
gebied met Arabische cultuur
A
Arabische wereld
B
Islam
C
Moskee
D
Koran

Slide 20 - Quiz

Het Arabische rijk viel uiteen doordat
mensen soms niet willen luisteren naar een bestuur dat ver weg is. Ook was het Arabische rijk moeilijk te verdedigen.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Moslims waren niet verdraagzaam voor joden en christenen.
Ze mochten hun geloof niet houden.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Waarom waren moslims verdraagzaam
tegenover joden en christenen
A
Omdat ze allemaal in dezelfde god geloven.
B
Omdat ze allemaal in meerdere goden geloofden.
C
Omdat joden en christenen gedwongen werden om in dezelfde god te geloven.
D
Omdat joden en christenen meer belasting betaalden.

Slide 23 - Quiz

Moslims waren niet
verdraagzaam voor mensen die....
A
in één god geloofden.
B
in meerdere goden geloofden.

Slide 24 - Quiz

Is de Islamitische leider verdraagzaam ja of nee? (bron 20, p105)
A
ja, hij had joodse ambtenaren
B
nee, joodse mensen moesten voor hem knielen
C
ja, hij had christelijke ambtenaren
D
nee, christenen moesten voor hem knielen

Slide 25 - Quiz

Leerdoel: Hoe werd de Islam en de Arabische wereld verspreidt?

Slide 26 - Open question