This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Hoe zou jij dit formuleren?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Welk woord wordt hier bedoeld?
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Wil je hier winkelen?
A
Ja!
B
Nee, hoezo?
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Wat zou jij op dit bord zetten?
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Waar zit de fout?
A
bij 3
B
bij 4
C
bij 5
D
geen fout
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Pleonasme
Een pleonasme is een uitdrukking waarin het ene woord iets benoemt wat ook al in het andere woord besloten ligt. Bijvoorbeeld: oude bejaarde, nat water, witte sneeuw en een ronde bal.
Slide 17 - Slide
Tautologie
Een tautologie bestaat uit twee of meer woorden die hetzelfde betekenen. Bijvoorbeeld: daarnaast ... ook en altijd en eeuwig. Bij een tautologie wordt een begrip dus twee keer genoemd: enkel en alleen, gratis en voor niets, open en bloot
Slide 18 - Slide
Contaminatie
Een contaminatie is een verhaspeling van twee begrippen. Bijvoorbeeld: het kost duur. Dit is een vermenging van het kost veel en het is duur. Een contaminatie kan ook een vermenging van twee woorden zijn waardoor je een nieuw woord krijgt dat niet klopt, bijvoorbeeld opnieuw