6.3 Weer en Klimaat

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

      Welkom! 

Pak je laptop en je boek blz. 64

1. Zitten volgens plattegrond
2. Start lesson-up op 

       Paragraaf 6.3

0 -    5   Telefoon weg, boeken pakken

5 -   15  Uitleg 

15 - 50  maken Lesson-up en werken

50 - 55  Afsluiting

Aan het eind van de les:

Weet je wat het verschil is tussen weer en klimaat 

      Aan het eind van de les

1. begrijp je het verschil tussen weer en klimaat en kun je een klimaatgrafiek aflezen;
   
2. weet je dat de breedteligging invloed heeft op de temperatuur;
   
3. weet je dat de hoogte van het landschap invloed heeft op de temperatuur;
   
4. begrijp je hoe seizoenen ontstaan en kun je uitleggen welke invloed  seizoenen op de temperatuur hebben.

       Sla open blz. 64 

Weer en klimaat is hetzelfde

1. Juist
2. Onjuist

      Lezen blz. 64 

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

Het klimaat en het weer is niet hetzelfde. Wat bedoelen we met klimaat?

1. Of het gaat regenen vandaag
2. Het gemiddelde weer in een bepaald gebied
3. Of de zon vandaag gaat schijnen

Het weer

Het klimaat

Het gemiddelde weer over een langere tijd.

Wind, neerslag en temperatuur op een dag.

Het verandert niet van de ene op de andere dag.

Het kan elke dag anders zijn.

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

1. Het klimaat is weer over lange periode + groot gebied
2. Het weer is klimaat over een lange periode
3. Het klimaat is weer over lange periode

Wat hoort bij weer en wat bij klimaat? Sleep het naar de juiste plek. 

Klimaat

Weer

Gemeten over 30 jaar

Kan elk moment veranderen

Een groot gebied

Een klein gebied

Weer of klimaat?

Weer

Klimaat

Het waait nu heel hard en het regent in Amersfoort

Gisteren heeft het gesneeuwd en was het mistig.

In de toekomst wordt het hier misschien net zo warm als in Spanje. 

De afgelopen 20 jaar zijn er steeds meer overstromingen in Europa  omdat er meer neerslag valt. 

Komt dit door een verandering in weer of klimaat

1. Weer
2. Klimaat

hetklokhuis.ntr.nl

      Verder lezen blz. 64 

Wat kun je aflezen in een klimaatgrafiek?

1. Gemiddelde neerslag en temperatuur
2. Gemiddelde windsnelheid

Waar staan de onderste letter voor? 

Welke kleur geeft de tempratuur aan? 

Welke kleur geeft de tempratuur aan?

1. Rood
2. Blauw

Welke maand heeft de minste neerslag? 

Welke maand heeft de minste neerslag?

1. Januari
2. April
3. juli
4. Augustus

Welke maand is het warmst?

Welke maand is het warmst?

1. Januari
2. April
3. juli
4. Augustus

      Aan het werk 6.3

1. Paragraaf 6.3 (blz. 64 t/m 69)
2. Nakijken 6.3
3. Verdieping blz. 70
4. Herhaling blz. 69

Noem het warmste land waar je op vakantie bent geweest

Hoe warm is de zon?

1. +/- 1000 graden
2. +/- 10.000 graden
3. +/- 1000.000 graden
4. +/- miljoen graden

       Sla open blz. 64 

Lezen blz. 66

Verschil in breedte- ligging

Zon valt op de aarde

• Hoge breedte is koud

• Lage breedte is warm

• Loodrechte zonnestralen:

1. Verwarmen een kleiner oppervlak
   
2. Kortere weg door de wolken dus minder stofdeeltjes en wolken

•   Breedteligging               de ligging van een plaats ten opzichte van de evenaar, uitgedrukt in graden   

• Hoge breedte
  Een plaats die ver van de evenaar af ligt   

• Lage breedte
  Een plaats die in de buurt van de evenaar ligt
  

Hoge Breedteligging

Lage  Breedteligging

lage tempratuur

hoge tempratuur

gemiddelde tempratuur

Waar is denk je de strandvakantie?

Nederland

Congo

Spanje

Breedteligging en temperatuur 

Wat hebben de warme landen op aarde als overeenkomst?

      Aan het werk 6.3

1. Paragraaf 6.3 (blz. 64 t/m 68)
2. Nakijken 6.3
3. Verdieping blz. 70
4. Herhaling blz. 69

We hebben seizoenen omdat...

1. Er ook verschillende klimaten zijn.
2. Het weer iedere dag anders is.
3. De aarde schuin staat en om de zon heen draait.
4. De klimaten zich op aarde kunnen verplaatsen.

       Sla open blz. 64 

Lezen blz. 68

Seizoenen op aarde 

Zomer

Winter

Welk seizoen hebben we nu in Nederland volgens het plaatje?

1. Zomer
2. Winter

Als het in Nederland zomer is,
dan is het in Zuid-Afrika ...

1. Lente
2. Herfst
3. Zomer
4. Winter

      Aan het werk 6.3

1. Paragraaf 6.3 (blz. 64 t/m 69)

1. Nakijken 6.3
2. Verdieping blz. 70
3. Herhaling blz. 69

Temperatuur, neerslag, wind, bewolking en zonneschijn van een plaats op een dag of een uur. 

Het weer in een groot gebied in een lange tijd

Grote gebieden waar het weer op elkaar lijkt.

Klimaat met zachte winters en koele zomers; er valt weinig neerslag. 

Klimaat met warem zomes en koude winters. 

Weer

Klimaat

Klimaatgebieden

Zeeklimaat

Landklimaat

Het klimaat van de noord- en Zuidpool, waar het altijd erg koud is.

Het klimaat van landen rond de Middellandse zee. In de zomer is het in dit klimaat zonnig en droog. In de winter is het nog steeds lekker weer.

Een klimaat waarbij het in de zomer erg heet is en in de winter erg koud. De temperatuurverschillen zijn groter dan landen aan de kust.

Het poolklimaat

Het Middellandse zeeklimaat

Het landklimaat