2.1: Traditionele energie

Weekplanning
Week 46
Week 47
Week 48
Week 49
Week 50

Week 51

Week 52
H2
§1, §2,
H2
§3, §4, §5
H2
§6 +
examentr.
S.O. 
§1 t/m §6
H2
§7, §8
H2
§9, §10, §11

Kerst
vakantie!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Weekplanning
Week 46
Week 47
Week 48
Week 49
Week 50

Week 51

Week 52
H2
§1, §2,
H2
§3, §4, §5
H2
§6 +
examentr.
S.O. 
§1 t/m §6
H2
§7, §8
H2
§9, §10, §11

Kerst
vakantie!

Slide 1 - Slide

Bronnen van energie

Slide 2 - Slide

traditionele energiebronnen

Slide 3 - Mind map

Lesdoelen 
- Je kan benoemen welke traditionele energiebronnen er zijn,
- Je kan benoemen hoe deze energiebronnen zijn ontstaan,
- Je kan voor- en nadelen benoemen van de energiebronnen.

Slide 4 - Slide

Lesopzet
- Voorkennis 
- Uitleg §2.1
- Opdrachtje
- Afsluiting

Slide 5 - Slide

Fossiele brandstoffen
Steenkool, olie en gas zijn ontstaan door dode planten en dieren = fossiele brandstoffen
Maar ze zijn schaars! Uitputbare energiebronnen.

Slide 6 - Slide

Energiebron: aardolie
  • Miljoenen jaren geleden lag waar Nederland nu ligt, zeewater.
  • Daar leefde plankton (kleine diertjes). Als plankton dood gaat, zakt het naar de bodem. 
  • Bovenop het plankton kwam zand en klei te liggen. Dit drukt het plankton samen (hoge druk en temperatuur) --> aardolie.

Slide 7 - Slide

Energiebron: aardgas
  • Wanneer aardolie of steenkool nog langer onder druk staan (en hoge temperaturen), dan komt er gas vrij. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Bruinkool en steenkool
  • Nederland lag miljoenen jaren geleden rond de evenaar
  • Daar was het moerassig: dode planten kwamen onder water en vergingen niet
  • Door de jaren heen kwam er zand, klei en grind op te liggen
  • Dit drukt op het veen (hoe lager, hoe warmer)
  • Daardoor ontstaat eerst bruinkool, daarna steenkool

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Kernenergie
  • Schoonste energie
  • Uranium wordt gewonnen uit mijnen en gebruikt voor kerncentrales
  • Komt radioactiviteit vrij

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Wat: je krijgt een nummer (1, 2, 3, 4 of 5) die gekoppeld is aan een fossiele brandstof.
1 = aardolie, 2= aardgas, 3= steenkool, 4= bruinkool, 5= kernenergie. Je zoekt bij jouw nummer een voor- en een nadeel op via het internet.
Hoe: zoek informatie op via internet
H: kom je er niet uit? Vraag de docent
T: ongeveer 10 minuten
U: voor- en nadelen van elk energiebron
K: klaar? Beredeneer of jij jouw aangewezen energiebron positief of negatief vindt.
Tijdens deze opdracht loop ik rond of leerlingen goed bezig zijn (pedagoog).

Hulp: kom je er niet uit? Vraag de docent 
Tijd: ongeveer 10 minuten
Uitkomst: voor- en nadelen van elk energiebron
Klaar: klaar? Vind jij jouw aangewezen energiebron positief of negatief? 


Slide 14 - Slide

Aardolie
Aardgas

Slide 15 - Slide

Steenkool/ bruinkool
Kernenergie

Slide 16 - Slide

Wat heb je geleerd?
- Je kan benoemen welke traditionele energiebronnen er zijn,
- Je kan benoemen hoe deze energiebronnen zijn ontstaan,
- Je kan voor- en nadelen benoemen van de energiebronnen.

Slide 17 - Slide