What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
adverbs time/place
plaats en tijd
1. Staan in principe achteraan in de zin.
2. Tijd kan vooraan in de zin, geeft meer nadruk
3. plaats komt altijd voor tijd als ze bij elkaar staan.
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
plaats en tijd
1. Staan in principe achteraan in de zin.
2. Tijd kan vooraan in de zin, geeft meer nadruk
3. plaats komt altijd voor tijd als ze bij elkaar staan.
Slide 1 - Slide
put in the right order:
the -cinema- I-him-yesterday-in-saw.
Slide 2 - Open question
Put in the correct order.
put - the rubbish bin - on Monday - back -into the shed - could you ?
Slide 3 - Open question
adverbs
In welke mate iets gebeurt
hoe iets gebeurt
hoe vaak iets gebeurt
Slide 4 - Slide
in welke mate:
Voor het woord waar het iets over zegt
Slide 5 - Slide
I really love flowers
Slide 6 - Slide
hoe iets gebeurt
meestal na het hoofdwerkwoord
direct na het lijdend voorwerp
als na ww nog heel veel info komt voor het hoofdww.
Slide 7 - Slide
vóór het woord waar het iets over zegt:
She was terribly disappointed.
I really love flowers.
Slide 8 - Slide
lange zin
I accidentally pushed that button and now I can't get the tv working anymore.
Slide 9 - Slide
na het hoofdwerkwoord
She coughed loudly to get my attention.
Slide 10 - Slide
Na lijdend voorwerp in de zin
She played the piano beautifully.
Slide 11 - Slide
hoe vaak iets gebeurt:
voor het hoofdwerkwoord
na to be
begin of einde van de zin is extra nadruk
Slide 12 - Slide
voor hoofdwerkwoord
I often ride my bike to school
Slide 13 - Slide
na to be
She's never late for school.
Slide 14 - Slide
extra nadruk
Alleen: frequently, occasionally, often, sometimes, usually, normally
I am so tired of school sometimes.
Slide 15 - Slide
What's the correct place of the adverb?
ALWAYS - I (A) do (B) my homework for English since I don't want to upset Mrs de le Cluse.
A
A
B
B
Slide 16 - Quiz
Where do you place the adverb?
A
She is talking always.
B
She always is talking.
C
She is always talking.
D
Always she is talking.
Slide 17 - Quiz
Wat is de juiste plek van de adverb?
A
I frequently am late.
B
I am frequently late.
C
Frequently I am late.
Slide 18 - Quiz
Place the adverb in the correct position
Our friends must write a test. (also)
Slide 19 - Open question
Place the adverb in the correct position
He drives his car. (carefully)
Slide 20 - Open question
More lessons like this
Unit 6.2.2 : Grammar English adjectives and adverbs
February 2024
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
unit 6 lesson 2 word order position of adverbs
April 2024
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
unit 6 lesson 2 word order position of adverbs
May 2023
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammar unit 5 mavo
April 2024
- Lesson with
44 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2
unit 6 lesson 2 word order position of adverbs
April 2024
- Lesson with
22 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Adverbs (Frequency, Manner, degree, place and Time)
May 2023
- Lesson with
39 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
English as a World language Unit 6 (12 June 22/23)
May 2023
- Lesson with
23 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
English as a World language Unit 6 (17May)
May 2023
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2