Comparisons


Comparisons
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,3,4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson


Comparisons

Slide 1 - Slide

Hoe maak je een vergelijking in het Engels?

Slide 2 - Mind map

Short Summary
  • Korte woorden (1 lettergreep) krijgen -er of -est
  • Vergelijking met 2 (.... dan) wordt '...-er than'
  • bijv.: This chocolate is sweeter than that one.
  • Vergelijking met alles (de ...) wordt 'the ...-est'
  • bijv.: But Belgian chocolate is the sweetest.

Slide 3 - Slide



En wat bij lange woorden?

Slide 4 - Slide

Words with multiple syllables
Bij woorden met twee of meer lettergrepen:
-> more voor het bijvoeglijk naamwoord
bij een vergelijking tussen twee dingen:
expensive – more expensive
interesting – more interesting
A rose is more beautiful than a tulip.
Zulke vergelijkingen zijn herkenbaar aan than 
Let op: bij woorden met 2 lettergrepen die eindigen op -y;-le;-ow en -er wordt de vergrotende trap -er en de overtreffende trap-est,bijv. cleverer; narrowest.

Slide 5 - Slide

Net zo..... als .... / hoe ... hoe...
Mocht je moeten zeggen dat twee dingen gelijk zijn, dan gebruik je in het Engels:
as....as
John is as smart as Jane.
A rose is as beautiful as a tulip.
Bij Hoe .... hoe... wordt de vertaling The .... the...
The sooner, the better

Slide 6 - Slide

My house is (big)
...
than yours.

Slide 7 - Open question

This flower is (Net zo mooi /beautiful)
... that one.

Slide 8 - Open question

This is the (interesting) ....
book I have ever read.

Slide 9 - Open question

Who is the (rich) ...
woman on earth?

Slide 10 - Open question

A holiday by the sea is (net zo goed / good) ... a holiday in the mountains.

Slide 11 - Open question

The weather this summer is even (bad)
... than last summer.

Slide 12 - Open question

This street is ........ (narrow) than that one so you cannot drive through it with your car.

Slide 13 - Open question

On the following slide there is a link to a website with 2 exercises. You can click to the second exercise at the bottom of the page.




          

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

You do not (totally) understand it yet?

You can watch the video in the next slide

and then do the exercise on the slide after that

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Link

Do you understand everything?    

Do the exercise on the webpage in the next slide.



Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link