tweede helft Les 5 - Capitulo 1 Brugklas

Bienvenidos a la clase de español
Hoy es jueves, 29 de febrero
1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Bienvenidos a la clase de español
Hoy es jueves, 29 de febrero

Slide 1 - Slide

La regla
Respect:
Als iemand praat is de rest stil
Ik steek me vinger op als ik iets wil zeggen
We maken elkaar niet belachelijk
Geen mobiel in de klas
Mag niet naar de w.c.

Slide 2 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?

  • Herhaling: capítulo 1
  • Oefentoets maken
  • Vragen stellen

Slide 3 - Slide

¿Cuáles son las metas de hoy?

Aan het einde van de les:
  • weet ik wat ik goed begrijp voor de toets
  • weet ik wat ik nog goed moet gaan leren voor de toets
  • heb ik vragen gesteld over de stof die ik nog moeilijk vind

Slide 4 - Slide

Wat hebben we tot nu toe geleerd?


We gaan samen alles doornemen.

Slide 5 - Slide

De lidwoorden in het Spaans
Wat zijn lidwoorden?

Welke woorden zijn mannelijk?
Welke woorden zijn vrouwelijk?

Slide 6 - Slide

Vrouwelijke en mannelijke woorden
Mannelijke: EL / LOS
-o
-medeklinkers
_______________________________________________________________________________
Vrouwelijke: LA / LAS
-a
-dad
-sión
-ción

Slide 7 - Slide

Kies uit: el/ la / los / las
1.  ________ amigos
2. ________ televisión
3. ________ profesoras
4. ________ posibilidad
5. ________ profesor
6. ________ hermana

Slide 8 - Slide

Kies uit: un/ una / unos / unas
1.  ________ lápiz
2. ________ mariposa
3. ________ mochilas
4. ________ sueño
5. ________ chicos
6. ________ piedad

Slide 9 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Libro de texto: Bron C op blz. 12 lezen
Libro de ejercicio: vragen van bron C beantwoorden op blz. 12, opdr. 6
Hoe? in duo's
Hulp: Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd: 10 minutos
Uitkomst: Ik heb mijn leesvaardigheid geoefend
Klaar? Maak je puzzle af, opdr. 7


Slide 10 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden:
.
1. Ik
2. Jij
3. Marcos
4. Luisa 
5. Mevrouw López
6. Luisa en ik
7. Diego en jij
8. Diego en Luisa
A. ellos
B. ella
C. yo
D. tú
E. nosotros
F. él
G. vosotros
H. usted

Slide 11 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden:
.
1. C
2. D 
3. F 
4. B
5. H 
6. E 
7. G 
8. A 

Slide 12 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Libro de texto: Bron C op blz. 12 lezen
Libro de ejercicio: vragen van bron C beantwoorden op blz. 12, opdr. 6
Hoe? in duo's
Hulp: Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd: 10 minutos
Uitkomst: Ik heb mijn leesvaardigheid geoefend
Klaar? Maak je puzzle af, opdr. 7


Slide 13 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden:
.
1. Ella ___________ la profesora.
2. Luisa y yo ___________ amigas.
3. Diego ___________ mi hermano
4. Daniela y tú ________________ primas.
5. Dora y Diego ____________ exploradores
6. Yo ___________ holandesa

Slide 14 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden:
.
1. Ella es la profesora.
2. Luisa y yo somos amigas.
3. Diego es mi hermano
4. Daniela y tú sois primas.
5. Dora y Diego son exploradores
6. Yo soy holandesa

Slide 15 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Je gaat de oefentoets maken in je schrift
Hoe? Individueel in stilte
Hulp: Werkboek blz. 28 t/m 30, opdr. 1 t/m 5
Tijd: 25 minutos
Uitkomst: Ik weet wat ik nog goed moet gaan leren voor de toets
Klaar? Je mag leren voor de toets, woordjes (vocabulario) en zinnetjes (frases clave).



Slide 16 - Slide

Leer voor de toets
Gramática:
Bepaalde en onbepaalde lidwoorden: tekstboek blz. 13, bron D
Het werkwoord SER en de persoonlijke voornaamwoorden: tekstboek blz. 16, bron J
Getallen 1 t/m 20 in het Spaans

Vocabulario: Alle woordjes van vocabulario (werkboek blz. 27 en 28) van Nederlands naar Spaans en van Spaans naar Nederlands

Frases clave: De zinnetjes (vragen en antwoorden) van Frases clave in het Spaans schrijven
Tekstboek blz. 13, bron E
Tekstboek blz. 16, bron K

Slide 17 - Slide

¿Cuáles eran las metas de hoy?

Aan het einde van de les:
  • weet ik wat ik goed begrijp voor de toets
  • weet ik wat ik nog goed moet gaan leren voor de toets
  • heb ik vragen gesteld over de stof die ik nog moeilijk vind

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden:
.
1. yo = yo
2. tú = tú
3. él / ella/ usted = één naam/ enkelvoud
4. nosotros = ......... y yo 
5. vosotros = .......... y tú 
6. ellos/ ellas/ ustedes = twee namen/ meervoud

Slide 20 - Slide