V5 herh. 19 en par. 20

Welkom v5!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom v5!

Slide 1 - Slide

Vooruitblik: lessen deze week
Morgen 15 mei: reguliere les 
&
Morgen 15 mei: ingelaste les
Debatteren!

Slide 2 - Slide

Programma
  1. Par. 19 - korte herhaling
  2. Nakijken opdr. 3 t/m 9 + 13 t/m 18 (p. 94-97 oefenboek)
  3. Debat voorbereiden
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 3 - Slide

In welke van onderstaande tekstsoorten kom je geen mening tegen?
A
activerende tekst
B
informerende tekst
C
betogende tekst
D
beschouwende tekst

Slide 4 - Quiz

Aan welke ​signaalwoorden kun je een mening/standpunt herkennen?

Slide 5 - Mind map

Noteer de mening/ het standpunt

Slide 6 - Open question

Aan welke signaalwoorden kun je argumenten herkennen?

Slide 7 - Mind map

Welk deel van de zin is een mening/standpunt?

Stilzitten is erg ongezond, dus bij een blokuur zou iedereen tussendoor even een rondje door het lokaal moeten lopen.
A
Stilzitten is erg ongezond
B
dus bij een blokuur zou iedereen tussendoor even een rondje door het lokaal moeten lopen.

Slide 8 - Quiz

Hij is geschikt voor deze baan als docent, want hij heeft al 20 jaar werkervaring. Bovendien werkte hij hiervoor in een soortgelijke functie als coach.
A
argument - standpunt
B
standpunt - argument - argument
C
argument - standpunt - standpunt
D
standpunt - argument - standpunt

Slide 9 - Quiz

Hij is immers veruit de beste in de debatten.
Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen weer gaat winnen.
standpunt
feitelijk argument
waarderend argument

Slide 10 - Drag question

Nakijken
Zie Teams - lesmateriaal - lessen periode D - antwoorden 14 mei
Je hebt hier tien minuten de tijd voor
Na die tien minuten nabespreken
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Debatteren
Discussie gevoerd?
Eens geworden?


Opgelost!



Slide 12 - Slide

Debatteren
Niet eens geworden maar er moet toch een oplossing komen?

Dan kun je het meningsverschil beslechten


Denk aan: muntje opgooien, jury bepaalt...




Slide 13 - Slide

Tot zo ver:

Standpunt
Argument (feitelijk & waarderend)
Tegenargument / weerlegging
Oplossen / beslechten

Slide 14 - Slide

Argumentatiestructuren 

Enkelvoudig
Onderschikkend
Nevenschikkend (afhankelijk en onafhankelijk)


Slide 15 - Slide

Enkelvoudige argumentatie
Een argumentatie die bestaat uit één standpunt en één argument (standpunt > argument).


Zij moet de opvolgster worden van onze coach, want zij heeft al veel ervaring.

Slide 16 - Slide

Onderschikkende argumentatie
Een argumentatie waarin een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (standpunt > argument > argument).

Zij is de juiste persoon voor die baan van boekverkoopster, want zij heeft ruime ervaring in die branche. Ze heeft namelijk al twee jaar bij een boekhandel gewerkt. 


Slide 17 - Slide

Nevenschikkende argumentatie

Bij een onafhankelijk nevenschikkende argumentatie gebruik je twee of meer argumenten. De argumenten zijn gelijkwaardig en kun je onderling van plaats verwisselen.




Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Nevenschikkende argumentatie

Bij een afhankelijke nevenschikkende argumentatie vormen twee deelargumenten samen een argument. De argumenten onderbouwen samen het standpunt. Alleen in combinatie hebben ze kracht (ze zijn van elkaar afhankelijk).




Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Dit is een goede school. De leerlingen kunnen zich goed ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 22 - Quiz

De spelling moet worden vereenvoudigd. De meeste Nederlanders blijven fouten maken. Kijk maar naar de spelfouten in tijdschriften en kranten.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 23 - Quiz

Het Vechtdal College is een goede school. Het heeft een mooi gebouw en de leerlingen kunnen zich ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 24 - Quiz

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: morgen 15 mei
  • Huiswerk: maken opdracht 1 t/m 6 (P. 98 werkboek)
  • Meenemen: laptop en boeken
  • Programma: Par. 21 en debat!

Slide 25 - Slide