Schrijven les 1

Schrijven  les 1
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Schrijven  les 1

Slide 1 - Slide

Overzicht Examens
Onderdeel 1. CE Lezen en Luisteren 
Onderdeel 2.  IC Schrijven 
Onderdeel 3. IC Spreken
Onderdeel 4. IC Gesprekken 

(CE = Centraal Examen)
(IC = Instellingsexamen)





Slide 2 - Slide

Cijfer berekenen
Onderdeel 1. CE Lezen en Luisteren =                  50% van eindcijfer
Onderdeel 2. IC Schrijven 
Onderdeel 3. IC Spreken 
Onderdeel 4. IC Gesprekken 
Onderdeel 2 + 3 + 4 = 1 cijfer -> (Totaal :3 = cijfer)

Onderdeel 1 + onderdeel 2,3 en 4 = X  -> X : 2 = eindcijfer

Slide 3 - Slide

Wat is schrijven? 
Wat komt er bij het woord Schrijven bij je op? 

Slide 4 - Slide

schrijven

Slide 5 - Mind map

De schrijver heeft altijd een bedoeling met zijn tekst
-Hij wil je ergens over informeren
-Hij wil je van iets overtuigen
-Hij wil je aansporen tot bepaalde dingen
-Hij wil je amuseren




Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video



Je herfstvakantie kan geen opwelling geweest zijn. Je bent namelijk staatshoofd. Wist je dat van die corona? Dat Hugo en Mark regelmatig persconferenties geven met strenge regels en adviezen? Dat is niet langs je heengegaan? Persconferenties waar doventolken een tennisarm aan hebben overgehouden! Hoe kom je dan op het idee om als staatshoofd je volk in nood alleen te laten?
A
Informatief
B
Overtuigend
C
Aansporend
D
Amuserend

Slide 8 - Quiz

Medische handelingen mogen in principe alleen worden uitgevoerd door medisch bevoegd personeel. Het gaat bijvoorbeeld om het geven van sondevoeding. Alleen onder strikte voorwaarden mag iemand die niet medisch bevoegd is (bijvoorbeeld een leraar) een medische handeling uitvoeren.
A
Informatief
B
Overtuigend
C
Aansporend
D
Amuserend

Slide 9 - Quiz

Sociale media lijken het leven van het merendeel van de jongeren niet te beheersen. Vrijwel
alle jongeren hebben liever face-to-face contact dan contact via sociale media. Toch zegt bijna
een vijfde van de jongeren verslaafd te zijn aan sociale media. Over het algemeen hechten
12- tot 18-jarigen meer waarde aan sociale media dan 18- tot 25-jarigen en meisjes meer dan
jongens.

CBS | Jongeren over sociale media
Centraal bureau voor de statistiek
A
Informatief
B
Overtuigend
C
Aansporend
D
Amuserend

Slide 10 - Quiz

Partij voor
de dieren
A
Informatief
B
Overtuigend
C
Aansporend
D
Amuserend

Slide 11 - Quiz

Hoe moet ik mijn handen wassen?
Maak je handen goed nat. Neem wat vloeibare zeep uit een pompje. Wrijf de handen lang genoeg over elkaar, zorg dat de boven- en onderkant goed bedekt zijn met zeep. Wrijf hierbij goed alle vingertoppen in. Wrijf ook tussen de vingers. Neem ook de polsen mee. Spoel de zeep zorgvuldig af met stromend water. Droog je handen goed af, vergeet hierbij niet de huid tussen de vingers.
Bij het drogen van de handen kunnen er ziekteverwekkers op de handdoek komen. Doe stoffen handdoeken regelmatig in de was.
A
Informatief
B
Overtuigend
C
Aansporend
D
Amuserend

Slide 12 - Quiz

Waarom, nou daarom...
Een schrijfplan zorgt ervoor dat die onderdelen ook écht in je tekst terechtkomen. Dus vóór je gaat schrijven ga je goed nadenken en globaal op papier zetten waar je naartoe wilt met je tekst. 
Je leer zo efficiënt mogelijk schrijven.

Slide 13 - Slide

inleiding schrijven
De inleiding is het visitekaartje van je tekst. 
De schrijver wil graag verder lezen

Voorbeelden van een inleiding: 
Een anekdote
Probleembeschrijving
Schokkend gegeven
Ik- opening


Slide 14 - Slide

Een interview houden en uitschrijven.
-Interview een klasgenoot.
-Je mag zelf vragen verzinnen.
-Je mag ook de vragen gebruiken die ik heb aangedragen. 
-Na het interview maak je een logisch verhaal van de vragen. 

Slide 15 - Slide

Structuur verslag van je interview:

Hoe is je thuissituatie? (=je vraag)
"Ik kom uit Alkmaar maar ik woon op kamers in Amsterdam. In Alkmaar wonen mijn ouders met mijn jongere broer en zus."

Slide 16 - Slide

Een interview houden
  •  Wat is je naam?
  •  Waar woon je?
  • Waar heb je het hardst om gelachen de afgelopen week?
  • Van welke muziek hou je?
  • Wat zijn je toekomstplannen?
  • Werk je? Werk je al in de zorg? Loop je stage? Hoe bevalt dat? Wil je daar iets over vertellen?
  • Welke film heb je al meer dan 5x gezien?
  • Waar kun je jou ’s nachts voor wakker maken?
  • Waar heb je een hekel aan?
  • Welk boek/tijdschrift zou je aan mij aanraden?
  • Doe je aan sport? Speel je een muziekinstrument?

Slide 17 - Slide

Schrijven - inleiding
  • wie (voor- en achternaam, werkzaam bij .., opleiding, enz.) 
  • wat (vertel in één zin waarover het interview gaat) 
  • waar en wanneer (plaats, datum, welke omstandigheden) 
  • waarom (vertel waarom je wilt weten hoe de geïnterviewde   over het onderwerp denkt)
  • nieuwsgierig maken (zodat de lezer verder gaat lezen)

Slide 18 - Slide

EXAMEN SCHRIJVEN
"Kan gedetailleerde teksten schrijven over onderwerpen uit de (beroeps)opleiding en van maatschappelijke aard, waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen bijeengevoegd en beoordeeld worden."

Slide 19 - Slide

SCHRIJFEXAMEN
* Maak zinnen af!
* Gebruik alinea's (inleiding, kern, slot, bijv.).
* Moeite met publieksgericht schrijven? Probeer je een persoon voor de geest te halen, hoe zou je hem of haar aanspreken?
* Geachte heer/mevrouw,
* Het is MBO Utrecht, maar mbo, mbo-opleiding en mbo'er.

Slide 20 - Slide

Schrijven
Schrijf een stukje tekst van minimaal 100 woorden waarin je uitlegt aan een leerling hoe je een mondkapje opdoet. 
Gebruik zoveel mogelijk signaalwoorden!!!
Klaar? Inleveren!

Slide 21 - Slide

Huiswerk
Inleveren, meenemen op papier,  uitgewerkt interview (logisch verhaal van de vragen, inleiding, kern en slot)

Slide 22 - Slide