HF 1.4+ 2.4 Schrijfvaardigheid

Schrijven HF 1.4 & 2.4
Planning les 1
  • lesdoelen
  • Instructie HF 1.4 zakelijk brief en verwijswoorden
  • Maken HF 1.4 opdracht 1 t/m 4 & 6 t/m 10
1 / 24
next
Slide 1: Slide
nederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Schrijven HF 1.4 & 2.4
Planning les 1
  • lesdoelen
  • Instructie HF 1.4 zakelijk brief en verwijswoorden
  • Maken HF 1.4 opdracht 1 t/m 4 & 6 t/m 10

Slide 1 - Slide

Schrijven les 1
Lesdoelen:
  • onderdelen zakelijke brief herkennen
  • woordgebruik aanpassen aan publiek
  • verwijswoorden gebruiken (die, dat wat)

Slide 2 - Slide

Voorkennis 
Maak opdracht 1 op de volgende manier (denken, delen, uitwisselen)

Denken: maak opdracht 1 zelfstandig
Delen: bespreek opdracht 1 in je groepje
Uitwisselen: bespreek klassikaal jullie antwoorden met de docent. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Aan de slag
Maak opdracht 2 t/m 4 en opdracht 6 t/m 10.

Klaar? Maak opdracht 5. Hiervoor heb je een laptop nodig.

Slide 6 - Slide

Les 2 Schrijven 
  • Planning:
  • Lesdoel: eenvoudige zakelijke brief/ e-mail schrijven
  • Instructie zakelijke e-mail
  • Opdracht 14 en 15 maken

Slide 7 - Slide

De opmaak
  • Vul de onderwerpsregel in  (kort en bondig)

  • Aanhef
  • Alinea 1: de inleiding ( wie ben je en waarom stuur je de e-mail?)
  • Alinea 2: de kern (leg het probleem verder uit)
  • Alinea 3: slot ( wat is jouw vraag/verzoek?)
  • Afsluitende zin
  • Slotformule
  • Voor en achternaam

Slide 8 - Slide

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.

Slide 9 - Slide

Het middenstuk
  • Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's in het middenstuk 
  • In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht 
  • Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken 
  • Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf! 
  • Beschrijf deze punten kort en bondig 
  • Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten

Slide 10 - Slide

Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 11 - Slide

Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
  • Met vriendelijke groet,
  • Hoogachtend,
Soms staat in de opdracht welke slotformule je kan gebruiken.

Sluit af met je voornaam en achternaam.

Slide 12 - Slide

Instructie 
We lezen samen de schrijftaak en tekst 4. De docent vertelt waar je op moet letten bij het schrijven van een zakelijke e-mail. 

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Opdracht 14 en 15 maken. Je gaat een zakelijke e-mail schrijven in je schrift. 

Slide 14 - Slide

les 3
Planning:
- Lesdoel: verwijswoorden gebruiken en variëren in taalgebruik. 
- Bespreken van de zakelijke e-mail.
- Instructie
- Maken HF 2.4: opdracht 4, 8 & 9.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Hoofdletters!
  • Je voor- en achternaam beginnen met hoofdletters
  • Namen van steden, landen, merken: met hoofdletters
  • De straatnaam begint met een hoofdletter



Slide 17 - Slide

Schrijfwijze van namen
  • Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
  • Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam
  • Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
  • In de aanhef gebruik je alleen de achternaam 
  • Onderaan schrijf je altijd je eigen voornaam en achternaam



Slide 18 - Slide

Gebruik leestekens!
  • Als je een lange zin schrijft, gebruik dan leestekens.
  • De tekst is dan beter te lezen
  • Als je een vraag stelt, zet er het leesteken ? achter.
  • Vergeet de punten niet, aan het einde van een zin.



Slide 19 - Slide

Afsluiting
- Welke signaalwoorden kun je makkelijk toepassen bij het schrijven van een zakelijke brief?
- Voor welk publiek schrijf je een zakelijke brief en waar je dan rekening mee?

Slide 20 - Slide

Hoofdletters!
  • Je voor- en achternaam beginnen met hoofdletters
  • Namen van steden, landen, merken: met hoofdletters
  • De straatnaam begint met een hoofdletter



Slide 21 - Slide

Schrijfwijze van namen
  • Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
  • Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam
  • Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
  • In de aanhef gebruik je alleen de achternaam 
  • Onderaan schrijf je altijd je eigen voornaam en achternaam



Slide 22 - Slide

Gebruik leestekens!
  • Als je een lange zin schrijft, gebruik dan leestekens.
  • De tekst is dan beter te lezen
  • Als je een vraag stelt, zet er het leesteken ? achter.
  • Vergeet de punten niet, aan het einde van een zin.



Slide 23 - Slide

Schrijfwijze van namen in de aanhef


Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Slide 24 - Slide