Terugblik persoonlijkheidsstoornissen studenten

Lesplanning week 2.8
1. Docentenevaluatie
2. Oefentoets persoonlijkheidsstoornis
3. Pubquiz 
4. Oefenen KTB
5. Afronden alle opdrachten 
- Portfolio opdracht 2 (deadline 24 januari)
- Digitale leeromgeving (zie studiewijzer voor exacte opdrachten)
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesplanning week 2.8
1. Docentenevaluatie
2. Oefentoets persoonlijkheidsstoornis
3. Pubquiz 
4. Oefenen KTB
5. Afronden alle opdrachten 
- Portfolio opdracht 2 (deadline 24 januari)
- Digitale leeromgeving (zie studiewijzer voor exacte opdrachten)

Slide 1 - Slide

Oefenquiz persoonlijkheidsstoornissen

Slide 2 - Slide

Wat is het tegenovergestelde van cluster C?
A
Cluster b
B
Cluster d
C
Bang zijn

Slide 3 - Quiz

Wat is het hoofdkenmerk van een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis?
A
Theatraal gedrag
B
Achterdochtig gedrag
C
Perfectionisme

Slide 4 - Quiz

Wat zijn de kenmerken van cluster C?
A
Achterdocht, nerveus en onzeker gedrag
B
Sociale angst, achterdocht en onzeker gedrag
C
Angstig, nerveus en onzeker gedrag

Slide 5 - Quiz

Wat wordt er precies bedoeld met excentriek gedrag?
A
Verwijst naar gedrag waarbij iemand zich blootgeeft
B
Verwijst naar gedragingen die afwijken of ongebruikelijk zijn volgens de norm van een bepaalde groep of samenleving.
C
Verwijst naar gedrag waarbij iemand zichzelf over compenseert.

Slide 6 - Quiz

Hoe wordt excentriek gedrag ervaren door de persoon zelf?
A
Ze voelen zich vrijer en minder beperkt dor sociale normen
B
Ze hebben het niet door
C
Ze voelen zich bekeken

Slide 7 - Quiz

Wat is het verschil tussen excentriek gedrag en creatief gedrag?

Slide 8 - Open question

Welke gedragspatronen vertonen cliënten met een cluster B stoornis?
A
Extreem emotioneel, dramatisch, onvoorspelbaar of egoïstisch
B
Heel zorgzaam, lief en empatisch
C
Rustig, onder controle, voorspelbaar
D
Onrustig

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de kenmerken van een histrionische persoonlijkheidsstoornis?
A
Zijn graag op de achtergrond en zijn erg van punt naar punt
B
Zoeken veel aandacht en zijn overdreven

Slide 10 - Quiz

Wat is geen gedraging van iemand met een cluster b stoornis?
A
Zelfverwondingen, persoonlijkheidsstoornis, narcistische personen
B
Eisend gedrag, vragen om goedkeuring, moeilijk dingen afmaken
C
Suïcidepogingen, moordgedachten, geloven in god
D
Automutilatie, manipuleren, wantrouwend

Slide 11 - Quiz