1. Maak de 11 t/m 16 opdrachten van H2.5
3. Als je klaar bent maak je zinnen maken met de woorden in je schrift
4. Als je buurman/vrouw ook klaar is overhoor je elkaar of je de woorden kent.
Werk zelfstandig, dan haal je het meest uit de oefeningen.
Je mag overleggen, maar fluisterend.