De constante kosten zijn €105.000. De verkoopprijs van een artikel is €15. De variabele kosten per stuk zijn €3. Bereken de break-evenafzet
A
8700
B
5000
C
8750
D
6540
Slide 21 - Quiz
Hoe maken we van de break-even afzet de break-evenomzet?
A
break-evenafzet x variabele kosten
B
break-evenomzet x verkoopprijs
C
break-evenafzet x verkoopprijs
D
break-evenafzet x constante kosten
Slide 22 - Quiz
Constante kosten: € 2.450,00 Variabele kosten per t-shirt: € 12,00 Verkoopprijs per t-shirt: € 20,75 Wat is de break-evenomzet ?
Slide 23 - Open question
Kosten van een bedrijf zijn €360.000, 60% daarvan is constant. Verkoopprijs is € 23,- en de variabele productiekosten zijn € 8,-. De verwachte productie is 30.000 stuks. Hoe hoog is de break-evenafzet?
A
14.400
B
16.666
C
21.177
D
18.445
Slide 24 - Quiz
4 Break-evenafzet grafisch bepalen
Slide 25 - Slide
Break-evenanalyse
BEA ?
BEO?
CK?
Slide 26 - Slide
Grafiek break-evenanalyse: TO = TK
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Opdrachten
Kennis- en routinevragen maken H4
Kennis 1 t/m 13
Routine R1 t/m R6
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Volgende les:
Veiligheidsmarge
Gewenst winstniveau
BEO handelsonderneming
Oefenopgaven H4
Slide 32 - Slide
H4 Break-evenanalyse deel 2
Slide 33 - Slide
Lesweek 2 periode 2
H4 Break-evenanalyse
1e uur uitleg
2e uur werken aan opdrachten
Slide 34 - Slide
BE Basis planning
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Veiligheidsmarge
Slide 38 - Slide
Veiligheidsmarge
Verschil tussen de daadwerkelijke afzet en de BEA
Wordt vaak in een % uitgedrukt - relatieve veiligheidsmarge
Formule
Werkelijke afzet - BEA
Werkelijke afzet x100%
Slide 39 - Slide
Veiligheidsmarge
Verschil tussen de daadwerkelijke omzet en de BEO
Of in euro's - absolute veiligheidsmarge
Formule
Werkelijke omzet - BEO
Werkelijke omzet x100%
Slide 40 - Slide
Gewenst winstniveau
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
BEO bij een handelsonderneming
__________C _________ (brutowinst% - variabel kosten%)