4.1 t/m 4.3

Aan de basis van de 'Weltpolitik' staat
A
Bismarck
B
keizer Wilhelm I
C
Wilhelm II
D
Von Schlieffen
1 / 43
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Aan de basis van de 'Weltpolitik' staat
A
Bismarck
B
keizer Wilhelm I
C
Wilhelm II
D
Von Schlieffen

Slide 1 - Quiz

De Spartacus Opstand was het werk van:
A
communisten
B
liberalen
C
sociaal-democraten
D
katholieken

Slide 2 - Quiz

de Spartacus Opstand was in
A
1918
B
1919
C
1920
D
1921

Slide 3 - Quiz

De economische crisis van 1923 werd veroorzaakt door:
A
Herstelbetalingen
B
de beurskrach in Amerika
C
de bezetting van het Ruhrgebied
D
het aftreden van keizer Wilhelm II

Slide 4 - Quiz

De Weimar Republiek duurde van
A
1918 - 1939
B
1923 - 1933
C
1918 - 1945
D
1919 - 1933

Slide 5 - Quiz

Het Dawesplan
A
maakte Amerikaanse leningen mogelijk
B
beëindigde de bezetting van het Ruhrgebied
C
leidde tot herstel van de economie in Dld
D
leidde tot politieke stabiliteit in Dld

Slide 6 - Quiz

In 1933 kwam er een einde aan de Republiek van Weimar omdat
A
Hitler een grote verkiezingsoverwinning behaalde
B
Hitler vroegtijdig uit de gevangenis kwam
C
de Machtigingswet werd aangenomen
D
Amerika en versneld tempo leningen opeiste

Slide 7 - Quiz

Schrijf op waaraan je denkt bij: Hitler

Slide 8 - Mind map

situatie in Dld vanaf 1918

- Voorjaarsoffensief Dld mislukt
- In Berlijn breekt de revolutie uit en Wilhelm II vlucht
- Duitsland vraagt de wapenstilstand aan
- Vrede van Versailles wijst het Duitse volk als schuldige aan

 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Dld werd een parlementaire democratie:

  •  De Rijksdag kreeg veel meer macht dan onder de keizer

  •  Er kwam een president (voor 7 jaar gekozen) 

  •  Republiek van Weimar
 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Republiek van Weimar
  • is de naam van Duitsland tussen 1919 - 1933:
  • 1919: ondertekening van de nieuwe grondwet in Weimar
  • 1933: na het aan de macht komen van Hitler (januari) schaft hij de democratie af en begint de dictatuur (Machtigingswet)
  • grote ontevredenheid in Duitsland bij start Republiek, o.a:
  • Dolkstootlegende

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Karl Marx (1818 - 1886)
  • afkomstig uit een Joods Bourgeoisgezin
  • zette zich af tegen de sociale kwestie
  • riep op tot revolutie door de arbeiders (proletariaat)
  • macht en bezittingen van de bourgeoisie zouden worden afgepakt
  • hierna zou gewerkt worden aan de klassenloze, communistische samenleving (iedereen gelijke rechten/plichten/bezittingen)
  • 'godsdienst is opium voor het volk'

Slide 19 - Slide

gevolg 1918/1919: ontevredenheid
  • Spartacusopstand
  • Sommigen wilden het keizerrijk herstellen
  • Economische problemen (o.a herstelbetalingen)
  •         - 1923: bezetting Ruhrgebied door Fransen en Belgen.
  •         - hyperinflatie
  •         - staatsgreep Hitler (Putsch)
  •         - 1924: Dawesplan (gevolg: economische groei)

Slide 20 - Slide

1929: Economische Wereldcrisis
  • Einde aan de bloeiperiode in Duitsland
  • Hitler wint aan populariteit:
  • - propaganda
  • - paramilitaire troepen (SA)
  • - redenaarstalent
  • - eenvoudige analyse problemen 
  • - 'eenvoudige' oplossingen



Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

1933
  • januari:   Hitler wordt rijkskanselier (steun conservatieve elite)

  • februari: Rijksdagbrand
  •                    Marinus van der Lubbe (communist)

  • maart:    Machtigingswet
  •                   Einde Republiek van Weimar

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Slide

Buitenlandse politiek Hitler
  • 1.  herbewapening
  • 2. Rijnland gemilitariseerd (1936)
  • 3. 'Anschluss' (maart 1938)
  • 4. Tsjechoslowakije: 'Sudetenkwestie' (september 1938)
  •      - Duitssprekenden in Sudetenland eisen aansluiting bij Dld
  •      - Benesj weigert, Hitler dreigt met oorlog >>
  •      - Conferentie van München

Slide 29 - Slide

Conferentie van München:
  • Chamberlain  Daladier      Hitler               Mussolini (vz)
  •  'appeasementpolitiek'
  • Uitkomst: Hitler mocht Sudetenland bezetten irv vrede.


4. maart 1939: Hitler valt Tsjechie binnen.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

vervolg Buitenlands beleid Hitler
  • 5. Non-agressiepact (augustus 1939)
  •      - Hitler voorkomt twee-frontenoorlog 
  •      - Polen werd onderling verdeeld
  •      - Stalin wist oorlog uit te stellen/ te voorkomen

Slide 32 - Slide

vervolg Buitenlandse politiek
  • 6. Aanval op Polen (1 september 1939)
     
    
    Russiche aanval volgt op 17 september
    Polen onderling verdeeld 


  

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Hitler: 'The scum of the earth I believe?
Stalin: 'The bloody assassin of the workers I presume?

Slide 36 - Slide







Na de Duitse aanval op Polen, kunnen Engeland en Frankrijk 
maar één ding doen: 

Duitsland de oorlog verklaren...

Slide 37 - Slide

Duits optreden in Oost-Europa gewelddadiger door:
  • 1.  anti-communisme
  • 2. rassenleer > untermenschen:
  • slavische volken en joden >
  • genocide (Wannseeconferentie)
  • januari 1942
Heydrich

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Keerpunten in WO II: een kort overzicht

 
  • 1. Battle of Britain (juni - oktober 1940)  > D-Day mogelijk (6 juni 1944)
  • 2. Operatie barbarossa (juni 1941)            > einde niet-Aanvalsverdrag / Rusland in oorlog
  • 3. Pearl Harbor (7 december 1941)            > Amerikaanse deelname aan WO II > 'De Grote Drie'
  • 4. Slag om Stalingrad (42/43)                      > eerste nederlaag van Hitler, begin opmars Russen
  • 5. D-Day  (6 juni 1944)                                      > Landing Geallieerden op Normandië (Tweede Front)
  • 6. Inname Berlijn Russen (april 45)           > capitulatie Duitsland
  • 6. Atoombommen (6/9 aug '45)                 > capitulatie Japan, einde WO II

Slide 40 - Slide

Belangrijk:
  • 1. WO II bracht 'De Grote Drie' bij elkaar:
  •     er was een gemeenschappelijke vijand.
  • 2. WO II ging over in de Koude Oorlog:
  •     = de periode van 1945 - 1991 waarin:
  •        het kap. tegenover het com. stond
  •       door de verschillen in 
  •       politiek (parl.dem. <> comm. dem)
  •       economie (ec.lib <> geleide staatsec.)
  •       cultureel (godsdienstvrijheid <>
  •      'opium voor het volk')

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video