21-10-08 Recept+Gnm+Doseringscontrole+veilig werken

Programma van deze les
- Vragen van jullie
- Het recept met zijn Latijnse afkortingen
- Het geneesmiddel met zijn codes
- Werken met een AIS = apotheekinformatiesysteem
- Start medicatiebewaking
- Veilig werken in de apotheek



1 / 39
next
Slide 1: Slide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

Programma van deze les
- Vragen van jullie
- Het recept met zijn Latijnse afkortingen
- Het geneesmiddel met zijn codes
- Werken met een AIS = apotheekinformatiesysteem
- Start medicatiebewaking
- Veilig werken in de apotheek



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen van vandaag:

-  Je kent de recepteisen en weet dat je de Latijnse afkortingen moet leren.
- Je kent de hoeveelheden die voorgeschreven mogen worden (voorschrijftermijnen)
- Je kent de indeling van gnm volgens de geneesmiddelenwet
- Je weet waar FMD voor staat en wat het tot doel heeft.
- Je kent het stappenplan van de doseringscontrole.
- Je kunt van een eenvoudig recept de dosering controleren volgens het stappenplan.
- Je kent de regels rondom veilig werken. 

 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke gegevens staan er op een doktersrecept?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Het recept
Vanaf 1 januari 2014, is de   richtlijn Elektronisch Voorschrijven in werking
Bij 23 gnm is het verplicht om de indicatie op het recept te vermelden.

Slide 4 - Slide

Tegenwoordig vaak het BSN nummer op het recept. 
Big-registratienummer is belangrijk voor vergoeding, dit is nog weleens lastig bij artsen in opleiding en het vergoeden van opiumwetgnm. 
Recepten zijn een jaar geldig en dienen 20 jaar bewaard te blijven. 

Latijnse afkortingen
Afkorting
Latijns
Nederlands
disp,
dispensa
lever af
f.l.a.
fac lege artis
maak volgens de
regelen der kunst
iter.
iteratio
herhaal of herhaling
Uitspraak:                              ∙ ae =  ee als in zee
                                                 ∙ oe =  eu als in steun
                                                 ∙ ei  =  gebroken ee-ie
                                                 ∙ ie  =  gebroken ie-ee

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Herhaalrecept
Vermelden op het originele recept → iter

Eisen:
- adres apotheek
- alle gegevens van het originele recept
- handtekening van diegene die herhaalrecept maakt
- Iter ook in het AIS vermelden

Wordt een herhaalrecept ter voorlichting meegegeven dan dient dit duidelijk vermeld te worden

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wie zijn bevoegd om een recept uit te schrijven?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Aflevertermijn van geneesmiddelen
Twee weken: voor eerste uitgifte en geneesmiddelen die in het algemeen kortdurend worden toegepast, bijvoorbeeld antibiotica.

Dertig dagen: voor geneesmiddelen waarbij het om farmacotherapeutische redenen (misbruik of gewenning) onwenselijk is dat deze voor een langere periode worden afgeleverd. (bijv. benzodiazepines en opiaten)

Drie maanden: voor geneesmiddelen die chronisch (kunnen) worden gebruikt

Eén jaar: bij anticonceptiva

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Specialité of generiek 
Specialité:  merknaam van het originele geneesmiddel

Generiek: stofnaam van het geneesmiddel (internationaal vastgestelde stofnaam)                       Een andere gebruikte uitdrukking voor een merkloos medicijn is "loco-preparaat"

Dan heb je daarnaast ook nog de parallel geïmporteerde geneesmiddelen. 


Octrooi: een octrooi beschermt een uitvinding op een technisch product of proces. Anderen mogen dan een product of proces dat op de uitvinding is gebaseerd, niet maken, gebruiken, te koop aanbieden, verkopen of invoeren gedurende de octrooiperiode (20 jaar).

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Indeling geneesmiddelgroepen 
Geneesmiddelen zijn er in 2 soorten: receptgeneesmiddelen en niet-receptgeneesmiddelen. Receptgeneesmiddelen zijn alleen op doktersrecept verkrijgbaar, via de apotheek.
UR - middelen = Uitsluitend Recept

De niet-receptgeneesmiddelen, ofwel zelfzorggeneesmiddelen, worden in de Geneesmiddelenwet ingedeeld in 3 groepen:
UA-middelen = verkoop Uitsluitend via Apotheek. 
UAD-middelen = verkoop Uitsluitend via Apotheken en Drogisterijen.
AV-middelen = Algemene Verkoop                                                                                                            Geneesmiddelen met de AV-status zijn geneesmiddelen met een verwaarloosbaar risico waardoor deskundig toezicht bij de verkoop niet nodig is.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

KD = Kwalificatiedossier
Kerntaak 1 Voert geïndividualiseerde farmaceutische patiëntenzorg uit
W1 - Neemt de zorgvraag aan
W2 - Voert medicatiebewaking uit
W3 - Verzorgt uitgifte van medicijnen
W4 - Geeft instructie over medicatiegebruik
W5 - Verwerkt patiëntgerelateerde informatie en administratie
Kerntaak 2 Verleent niet-receptgestuurde zorg aan de patiënt
W1 - Adviseert over gezondheid en preventie
W2 - Geeft zelfzorgadvies
Kerntaak 3 Biedt productzorg
W1 - Stelt voorgeschreven geneesmiddelen beschikbaar
W2 - Stelt op maat gemaakte geneesmiddelen beschikbaar
W3 - Zorgt voor logistiek en beheer
Kerntaak 4 Werken aan kwaliteit en deskundigheid
W1 - Werkt aan de eigen deskundigheid
W2 - Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
W3 - Werkt multidisciplinair samen en stemt werkzaamheden af

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

FMD = Falsified Medicines Directive
Elke verpakking van een receptplichtig geneesmiddel in Europa moet vanaf 2019 een uniek serienummer hebben dat is vastgelegd in een centrale database. Apotheekmedewerkers mogen dan alleen nog medicijndoosjes met geldige serienummers uitgeven. Dit is een maatregel tegen vervalsing uit de Falsified Medicines Directive (FMD) van de Europese Commissie.
De datamatrix bevat naast het serienummer gegevens als; - de productcode, 
- het batchnummer, 
- de vervaldatum, 
- indien nodig ook het nationaal vergoedingsnummer.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

AIS = apotheekinformatiesysteem

Wettelijk verplicht om op een etiket te vermelden:
 - naam van patiënt
- geneesmiddel met sterkte en aantal van uitgifte
- datum van gereedmaken
- naam van de apotheek en apotheker

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Medicatiebewaking

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Een recept controleren, kijken of een patiënt het veilig gebruiken kan, noemen we....
  •  medicatiebewaking
De gebruikelijke dosering van een geneesmiddel wordt ookwel ........ genoemd.
  •  normdosis of normdosering

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Waar is de normdosering te vinden?
A
Farmaceutisch Kompas
B
Informatorium Medicamentorum
C
KNMP Kennisbank
D
Kinderformularium

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Informatorium Medicamentorium
Te vinden op KNMP Kennisbank                                www.KNMP.Kennisbank.nl


Leeftijdsgrenzen:
- neonaat: tot 28 dagen;
- zuigeling: 28 dagen tot 2 jaar;
- kind: 2 tot 12 jaar;
- adolescent: 12 tot 18 jaar.

Doseringen bij systemische toedieningswegen waarbij niet expliciet 'kinderen' wordt vermeld, gelden alleen voor volwassenen en kinderen vanaf 18 jaar.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Factoren die van invloed zijn op de dosering:
  • De indicatie of ziektebeeld.
 In de gnmwet is de arts verplicht de indicatie op het recept te zetten bij  23 gnm  
(oa methotrexaat, colchicine, zie lijst boek).
  • De toedieningsvorm.
  • De toedieningsweg.
  • De patient; leeftijd, lichaamsgewicht, maar ook nierfunctie en leverfunctiestoornis.
  • Wordt het geneesmiddel voor de eerste keer gebruikt, of niet en is het een onderhoudsdosering.
De aanvangs- of startdosering is soms hoog om snel een effect te krijgen, soms laag om het lichaam aan het geneesmiddel te laten wennen.


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Doseringscontrole
Dosering: hoeveelheid gnm, veelal per dag, soms per week etc. 

Dosis: hoeveelheid van het gnm dat per keer ingenomen dient te worden. 

Frequentie: hoe vaak per etmaal(24 uur) een gnm ingenomen dient te worden.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Het controleren van doseringen
Normdosering: de gebruikelijke dosering die vastgesteld is.

Maximale dosering: de dosis waarboven bij de meeste mensen min of meer ernstige bijwerkingen ontstaan.

Toxische dosering: de dosis waarbij  vergiftigingsverschijnselen ontstaan.

Letale dosering: een dodelijke dosering

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan doseringscontrole
  • Schrijf het recept over op het formulier.
  • Schijf op de achterkant de juiste regel over de dosering uit het Informatorium over (eventueel  moet je de indicatie vragen).
  • Vul de ND en eventueel de Max in de tabel.
  • Vul de VD in aan de hand van het recept.
  • Trek conclusies ; boven, binnen/volgens, onder norm en/of max
  • Indien de VD niet volgens de normdosering is en eventueel boven max; noteer je dit bij overleg, bedenk een voorstel.
  • Wijzigingen op het recept weergeven.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Doseringscontrole met de hand

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Doseringscontrole met de hand

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Doseringscontrole via AIS
  • Patiëntengegevens dienen correct te zijn. 
  • Gebruik maken van standaarddoseringscodes van het AIS. 
  • Dosering op het recept dient duidelijk vermeld te zijn. 
UC= gebruik bekend en volgens voorschrift ars mag niet. 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Veilig werken in de apotheek
Ben je bewust dat je mogelijk met gevaarlijke stoffen werkt.
Heb oog voor je omgeving!
          - Het gevaar
          - De beveiliging→ gevaarlijke situaties voorkomen
          - Hulpverlening→ welke maatregelen


Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Veilig werken in de apotheek
Arbeidshygiënische strategie→ vierstappenplan:

Stap 1 Bronmaatregelen
Stap 2 Ventilatiemaatregelen
Stap 3 Afscherming
Stap 4 Persoonlijke beschermingsmaatregelen
 
Schadelijke stoffen:
- ‘gewone’ gevaarlijke stoffen (bijv. ontvlambare of ontplofbare stoffen);
- kankerverwekkende stoffen;
- voor de voortplanting giftige stoffen.

Slide 36 - Slide

stap 1→ stoffen zoveel mogelijk vervangen indien mogelijk.
stap 2→ luchtomstandigheden, lucht zo zuiver mogelijk te houden en de inademing van verontreinigde lucht te vermijden→ werken in aparte ruimten, goede ventilatie, werkbanken met luchtfilters, stofafzuiging, dampafzuiging.
stap 3→ komt in apotheek niet voor, wel industrie door roulatie van afdelingen/werkzaamheden.
stap 4→ handschoenen, mond-neusmaskers, gehoorbescherming (oordopjes of oorkappen), veiligheidsbril en speciale kleding.
Daarnaast hebben de bereiders ook een grote verantwoordelijkheid naar elkaar.

Gevarenaanduidingen op het etiket

H-zinnen= gevarenaanduidingen (hazard= harm= risico)(r-zinnen)
P-zinnen = voorzorgsmaatregelen ( precaution = safety= veiligheid)(s-zinnen)





KNMP Kennisbank → Productzorg → LNA procedures productzorg → inhoud

Slide 37 - Slide

Protocollair werken leidt tot veiligheid en kwaliteit.
SZW = Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Leerdoelen behaald?

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Deze les heb ik zinvol gevonden of....
toch niet?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

This item has no instructions