Les 6; Sparen en Schulden

Opdrachten in Studiereader
+ Uitleg toets 20 Januari
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Opdrachten in Studiereader
+ Uitleg toets 20 Januari

Slide 1 - Slide

Omgaan met geld


Inkomsten en Uitgaven

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Heb je ooit iets gekocht
waar je geen geld voor had?

Slide 4 - Mind map

Met wie uit de video zijn jullie het meest eens?
A
De jongen
B
Het meisje

Slide 5 - Quiz

Hoe kom je in de schulden?

- Te hoge lasten, met een te laag inkomen
- Verandering van inkomen door ontslag ziekte, scheiding etc.
- Ongecontroleerd koopgedrag
- Verslaving (roken, gokken, alcohol, drugs etc.)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Geen weg terug
Het kan gebeuren dat je geld geleend hebt, maar dit niet terug kunt betalen. Vaak staan daar hoge boetes op bij banken en bedrijven.

Geef je meer uit dan er op je bankrekening staat? Dan kom je
in het rood te staan



Slide 8 - Slide

Wat gebeurt er dan?
Een incassobureau incasseert schulden in opdracht van een schuldeiser. Als je niet betaalt, kunnen zij een deurwaarder inschakelen die wettelijk meer mag.

Een deurwaarder mag spullen in beslag nemen om zo de kosten terug te betalen aan de schuldeiser.


Slide 9 - Slide

Andere gevolgen van schulden

- Stress
- Relatieproblemen
- Eenzaamheid (geen geld meer voor 'leuke' dingen)

- Minder productief op het werk
- Verhoogd risico van misdaad (stelen/ fraude)

Slide 10 - Slide

Hoe kun je schulden
voorkomen?

Slide 11 - Mind map

Wat kun je doen?
- Begin zo snel mogelijk met afbetalen (niet uitstellen)
- Geen aankopen doen met achteraf betalen
- Zorg ervoor dat er voldoende geld op je rekening staat, wanneer er zaken automatisch worden afgeschreven
- Kijk waarop je kunt besparen (kleding, eten etc.)
- Bouw een buffer op
- Laat je niet beïnvloeden (reclame, sociale media etc.)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Heb je een spaarrekening?

(waar ook geld op staat)
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Volgendeweek

Gastles van een vakbondconsulent

Slide 15 - Slide