Hst 11, 12, 13, 14 Formuleren aan de slag

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Agenda

  1. Aan de slag met skill tree
  2. Korte instructie met filmpje 
  3. Gebruik je werkboek: start met oefeningen

Op tafel: gele boek, je skill tree + aantekeningenblad (kopie)

Slide 2 - Slide

Doel periode
  • Ik kan van vier formuleerstijlen - begrijpelijk (11) & nauwkeurig (12) & bondig (13) & aantrekkelijk (14)- kenmerken noemen/herkennen/(her)schrijven


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Hulp?
Theorie-boek
Aantekeningen
Docent

Klaar?
Verder naar de medium-opdrachten

Opdracht 
Maak de basisopdrachten H13/H14
Zie skill tree
(dus 13: 2 en 14: 1)

Slide 5 - Slide

Dinsdag
Uitleg en start schrijfopdracht 

Slide 6 - Slide

Periode 2
Hoofdstuk 10 t/m 14 communicatie KERN
Stijl en formuleren

Hoofdstuk 8 t/m 10 literatuur KERN
Keuze literair werk, opdracht in toets

NUMO - (45 minuten) - check op dinsdag 

Schooltaalwoorden LessonUp-lessen 

Slide 7 - Slide

Stijl

Slide 8 - Slide

begrijpelijk             duidelijk                                              nauwkeurig            precies


               understandable



                         bondig            verkort                                     aantrekkelijk           pakkend

Slide 9 - Slide

Begrijpelijk formuleren

Sleutelwoorden
Aantekeningen
1. Zinslengte aanpassen

10. Kern bij elkaar & geen tangconstructie










13. Actieve vorm 


15. Naamwoordstijl vermijden


17. Geen lastige/lange woorden


10-15 woorden

Niet: om te voorkomen dat mensen zich somber voelen, krijgen ze lichttherapie
Maar: Mensen krijgen lichttherapie om...

Sommige mensen durven een jurk
nadat ze die hebben gedragen naar een leuk feestje, niet terug te sturen, nadat ze die...


De kok bakt brood (het brood wordt gebakken door de kok)

Niet: Het duiken naar oesters is lastig. Maar: Duiken naar oesters is lastig.

Slide 10 - Slide

Nauwkeurig formuleren

Sleutelwoorden
Aantekeningen
2. Geen lege woorden/beperking




8. Geen homoniemen zonder context

9. Juiste verwijzing 




11. Komma op de juiste plek


12. Vragen van de lezer beantwoorden


Ik heb heel vaak gewonnen
ik heb drie keer gewonnen
Over het algemeen ben ik blij op school

Er staat een bank op de hoek


De kok vertelde de ober dat hij ontslagen was, omdat hij (de kok) steeds te laat kwam opdagen.


Schiet op jongens!
Schiet op, jongens!

Wie/wat/waar/waarom/wanneer/hoe?

Slide 11 - Slide

Bondig formuleren

Sleutelwoorden
Aantekeningen
5. Tautologie & pleonasme vermijden



6 & 16 - zo min mogelijk bijwoorden/bijvoeglijke naamwoorden


7. Zo min mogelijk hulpwerkwoorden

Het was gratis en voor niets -> het was gratis / het koste niks + ronde cirkel


De oude, grijze, vriendelijke vrouw had heel veel moeite met de storm -> De oude vrouw had moeite met de storm

Als je een abonnement zou nemen, zou je veel geld kunnen besparen -> Als je een abonnement neemt, bespaar je veel geld 


Slide 12 - Slide

Aantrekkelijk formuleren

Sleutelwoorden
Aantekeningen
3. Creatieve woordkeuze



4. Neologisme/archaïsmen zo min mogelijk gebruiken

14. Beeldspraak/stijlfiguren






18. Persoonlijk taalgebruik
Synoniemen, beeldspraak, metaforen


thans/tiktokken


Maak gebruik van voorbeelden/vergelijkingen
/stijlfiguren
Bij ons op school smaakt koffie als rioolwater - Het duurde een eeuw voordat ze er was 

Schrijf vanuit jezelf 


Slide 13 - Slide

Checkvragen
Begrijpelijk = hand omhoog 

Bondig = wijsvinger in de lucht 

Nauwkeurig = duim in de lucht 

Aantrekkelijk = twee handen in de lucht 



Slide 14 - Slide