B1-K1-W2 examentraining

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 2

B1-K1-W2

Ondersteunt de cliënt bij persoonlijke verzorging

Wat verstaan we onder persoonlijke verzorging?

Leerdoelen

- Kunnen vertellen wat persoonlijke verzorging is

- weten waar je je informatie vandaag haalt

digibib.consortiumbo.nl

digibib.consortiumbo.nl

Persoonlijke verzorging

Bij persoonlijke verzorging ondersteun je een cliënt bij de lichaamsgebonden zorg. Of je neemt de zorghandeling over. Lichaamsgebonden zorg bestaat bijvoorbeeld uit wassen, aankleden, hulp bij eten en drinken of bij toiletgebruik.

Lichaamsgebonden zorg

• eten;
  
• drinken;
  
• in en uit bed komen;
  
• in en uit een (rol)stoel komen;
  
• jezelf voortbewegen, lopen;
  
• naar het toilet gaan;
  
• jezelf wassen;
  
• jezelf aan- en uitkleden;
  
• haren kammen en scheren;
  
• tanden of gebit poetsen.

ADL

Vaak wordt de term ADL gebruikt als mensen geholpen moeten worden bij de lichamelijke verzorging. ADL staat voor algemene dagelijkse levensverrichtingen. Het zijn handelingen die je iedere dag doet, zoals eten en drinken. In je werk kun je te maken krijgen met ADL-formulieren of ADL-lijsten. Hierop wordt aangegeven hoe het met de zelfredzaamheid van de cliënt in de persoonlijke verzorging gaat: wat kan hij zelfstandig en waarbij heeft hij hulp nodig?

Noem 3 handelingen die horen bij ADL

Streven naar zelfredzaamheid cliënt

Hulpverleners keken vroeger vooral naar wat de cliënt niet kon. Nu gaat de aandacht vooral naar wat de cliënt wel kan, wat zijn mogelijkheden zijn.

Een cliënt heeft nu meer keuzemogelijkheden dan vroeger. Het persoonsgebonden budget (PGB) bijvoorbeeld is bedoeld voor de cliënt, zodat hij meer keuzemogelijkheden heeft. Maar er wordt ook meer verwacht van de cliënt

Zeker sinds de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2015. Van cliënten die dat kunnen, wordt verwacht dat zij:

• actief meedenken;
  
• bereid zijn tot samenwerken;
  
• eigen verantwoordelijkheid nemen.

Vooral de eigen verantwoordelijkheid krijgt veel nadruk vanuit de politiek. Voordat iemand professionele ondersteuning krijgt, wordt zijn situatie kritisch beoordeeld. Tijdens een intakegesprek voor de Wmo wordt naar de zelfredzaamheid van de cliënt gevraagd. Als de cliënt iets niet kan, wordt gekeken of hij dan wel zelf iets kan regelen. Er wordt gekeken naar ‘eigen kracht’. Er wordt bijvoorbeeld gevraagd: Wat kunt u zelf organiseren om uw probleem aan te pakken? Wordt u op dit moment geholpen door mensen in uw omgeving? De Nederlandse gemeenten voeren de Wmo uit. Zij noemen de Wmo intakegesprekken bij cliënten thuis de ‘keukentafelgesprekken’.

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃