What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Trede 8 - Wollen & möchten
Werkwoorden - wollen & möchten
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoorden - wollen & möchten
Slide 1 - Slide
wollen -> betekenis
wollen
Ich
will
später Lehrerin werden.
Wollen
wir ins Kino gehen? (
zullen we...?
)
Max
will
nicht zu Oma.
Willst
du auch einen Stück Kuchen?
Wollen
wir zusammen kochen? (
zullen we...?
)
die Wolle
heeft niets met
wollen
te maken
Slide 2 - Slide
wollen -> betekenis
wollen
willen
(zoals in het Nederlands)
zullen
(bij het doen van een voorstel)
Slide 3 - Slide
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie, Sie
wollen
will
will
will
woll
woll
woll
st
en
t
en
ich
,
du
en
er
zijn
onregelmatig
.
ich
+
er
zijn hetzelfde.
De rest van het werkwoord is
regelmatig
!
Slide 4 - Slide
möchten -> betekenis
möchten
(zou graag willen)
Ich
möchte
eine Cola, bitte.
Ich
möchte
, du wärst bei mir!
Wir
möchten
, dass ihr uns mal besucht.
Slide 5 - Slide
(graag) willen:
wollen
of
möchten
?
möchten
is de beleefdere, afgezwakte vorm van
wollen
.
möchten
:
bestellen in een restaurant
dromen over wat je graag zou willen
niet te dwingend willen overkomen
Slide 6 - Slide
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie, Sie
möchten
möcht
möcht
möcht
möcht
möcht
möcht
e
st
e
en
t
en
e
e
er
is
onregelmatig
.
ich
+
er
zijn hetzelfde.
De rest van het werkwoord is
regelmatig
!
Let op de extra 'e'!
Slide 7 - Slide
En nu jij!
Je krijgt 5 vragen.
Kan jij
wollen
en
möchten
al correct vervoegen?
Slide 8 - Slide
wollen (ich)
A
will
B
wille
C
woll
D
wolle
Slide 9 - Quiz
möchten (ihr)
A
möcht
B
möchte
C
möchtet
D
möchten
Slide 10 - Quiz
wollen (du)
A
willest
B
willst
C
wollst
D
wollest
Slide 11 - Quiz
möchten (Thomas)
A
möchtet
B
möchtest
C
möchst
D
möchte
Slide 12 - Quiz
wollen (wir)
A
willen
B
wollen
C
wollet
D
wollt
Slide 13 - Quiz
En nu jij!
Je krijgt 6
multiple choice vragen.
Weet jij al wanneer je
wollen
of
möchten
moet gebruiken?
Slide 14 - Slide
"Ich ... gerne die Spaghetti und eine Cola, bitte."
A
will
B
möchte
Slide 15 - Quiz
"Nein, nicht morgen - ich ... dass du jetzt dein Zimmer aufräumst!"
"Oké, Mama..."
A
will
B
möchte
Slide 16 - Quiz
"... wir zusammen das Projekt machen?"
A
wollen
B
möchten
Slide 17 - Quiz
"Ich ..., meine Oma könnte mich besuchen. Ich vermisse sie!"
A
will
B
möchte
Slide 18 - Quiz
"Ich ... jetzt nach Hause, sonst komme ich zu spät!"
A
will
B
möchte
Slide 19 - Quiz
"Frau Maier, wir ... mit Ihnen über unsere Note sprechen, wäre das möglich?"
A
wollen
B
möchten
Slide 20 - Quiz
Samenvatting
uitzonderingen: wollen & möchten
wollen:
möchten
:
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie, Sie
will
willst
will
wollen
wollt
wollen
wollen
betekent:
willen
zullen (bij een voorstel)
möchten
betekent:
graag zouden willen
en gebruik je als je:
beleefd wil zijn
een wens uitspreekt
möchte
möchtest
möchte
möchten
möchtet
möchten
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
More lessons like this
TT wollen & möchten
March 2022
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
TT mögen & dürfen
January 2024
- Lesson with
40 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
TT wollen & wissen
October 2022
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Anne Frank, das Hinterhaus
September 2022
- Lesson with
13 slides
by
Anne Frank House
History
Secondary Education
Primary Education
Age 11-13
Anne Frank House
Kapitel 4 Luzern VMBO B/K Stunde 4 Klasse 2
July 2023
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
Kapitel 4 Sylt VMBO B/K Stunde 4 Klasse 3
July 2023
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
2k 7 Stunde möchten
October 2023
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Kapitel 4 Sylt VMBO B/K Stunde 4 Klasse 3
March 2022
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3