Herhaling hoofdstuk Romeinen

Herhaling: Het Romeinse Rijk
1 / 35
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling: Het Romeinse Rijk

Slide 1 - Slide

Planning
  • Leerdoel
  • Onderwerpen toets
  • Begrippenquiz
  • Zelfstandig leren 
Als we iets willen vragen, steken we onze hand op

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Je weet welke begrippen je moet kennen voor de toets en welke betekenissen erbij horen.

Slide 3 - Slide

Tip voor de quiz
Onthoud of schrijf op voor jezelf welke begrippen je fout had.

Slide 4 - Slide

Wat was een beroepsleger?
A
Soldaten die naast soldaat zijn een ander beroep hebben.
B
Soldaten die vechten voor hun beroep.
C
Soldaten die tot hun dood in het leger zitten.
D
Soldaten die geen geld krijgen voor hun beroep.

Slide 5 - Quiz

Wat is de Bijbel?
A
Het heilige boek van de christenen.
B
Het heilige boek van de moslims.
C
Het heilige boek van de Joden.
D
Het heilige boek van de boeddhisten.

Slide 6 - Quiz

Wat is het christendom?
A
Geloof in meerdere goden.
B
Geloof van de Joden, waarbij je gelooft in één god.
C
Geloof in één god volgens de leer van Jezus Christus.
D
Geloof van de moslims, waarbij je gelooft in één god.

Slide 7 - Quiz

Wat is een consul?
A
De belangrijkste bestuurder en legeraanvoerder.
B
Een senator die tijdens vergaderingen veel praat.
C
Een Romeinse boekhouder die vooral met geld omgaat.
D
Een filosoof die gelooft in het consulisme.

Slide 8 - Quiz

Wat is een dictator?
A
Een democratisch bestuur.
B
Een bestuur waarbij twee mensen aan de macht zijn.
C
De macht ligt in de handen bij een kleine groep mensen.
D
Een alleenheerser

Slide 9 - Quiz

Wat zijn germanen?
A
Verzameling volken uit Oost-Europa
B
Verzameling volken en stammen uit Azië
C
Verzameling volken en stammen uit Zuid-Amerika.
D
Verzameling volken en stammen uit Noord-West Europa.

Slide 10 - Quiz

Wat is het Jodendom?
A
Geloof in één god volgens de leer van Jezus Christus.
B
Geloof van de moslims, waarbij je gelooft in één god.
C
Geloof van de Joden, waarbij je gelooft in één god.
D
Geloof in meerdere goden.

Slide 11 - Quiz

Wat is een keizer?
A
Hoogste bestuurder in het Romeinse Keizerrijk.
B
Hoogste priester in het Romeinse Keizerrijk
C
Een democratisch verkozen bestuurder.
D
Een democratisch verkozen generaal in het leger.

Slide 12 - Quiz

Wat betekent het begrip monotheïsme?
A
Het geloof in meerdere goden.
B
Het geloof in één god.

Slide 13 - Quiz

Wat betekent het begrip nobiles?
A
Dit waren de mannen die vochten in het Colosseum.
B
Dit waren grootgrondbezitters.
C
De armste mensen in het Romeinse Rijk.
D
De rijkste en belangrijkste mannen in Rome.

Slide 14 - Quiz

Wat is de Pax Romana?
A
Dit is de bondgenootschap met de Grieken.
B
Een Romeinse stad.
C
Dit is de oorlog die tegen de Franken werd gevochten.
D
Een lange periode van rust en vrede in het Romeinse Rijk.

Slide 15 - Quiz

Wat is de senaat?
A
Vergadering van de rijkste en belangrijkste families in Rome
B
Volksvergadering van normale burgers.
C
Dit is het gebouw waar de keizer woonde.
D
Dit is de naam van de toga's die senatoren droegen.

Slide 16 - Quiz

Wanneer was het Romeinse Rijk het grootst?
A
117 v. Chr.
B
17 v. Chr.
C
17 n. Chr.
D
117 n. Chr.

Slide 17 - Quiz

Het Romeinse rijk was toen het het grootst was een:
A
Keizerrijk
B
Republiek
C
Koninkrijk
D
Monarchie

Slide 18 - Quiz

Hoe werden de leiders van de Romeinse Republiek genoemd?

Slide 19 - Open question

Zet in de goede tijdsvolgorde van boven naar beneden.
Julius Caesar wordt benoemd tot dictator
Augustus wint de burgeroorlog
Het Romeinse Rijk is een Republiek
Het Romeinse Rijk wordt een keizerrijk 

Slide 20 - Drag question

In welk jaar werd het Romeinse Rijk gesplitst in een Oost-Romeins Rijk en een West-Romeins Rijk?
A
395
B
400
C
359
D
295

Slide 21 - Quiz

Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Oost - Romeinse Rijk
West- Romeinse Rijk
Constantinopel
Germanen

Slide 22 - Drag question

De val van het Romeinse rijk had verschillende oorzaken en gevolgen. Sleep de oorzaken en gevolgen bij elkaar.
Oorzaken
Gevolgen
Romeinse wegen verdwijnen
Volksverhuizingen
Epidemieën
Steden verdwijnen
Weinig internationale handel
Deling van het Romeinse rijk
Minder geschreven bronnen

Slide 23 - Drag question

Welk van deze volkeren stamt niet af van een Germaans volk?
A
Nederlanders
B
Duitsers
C
Engelsen
D
Spanjaarden

Slide 24 - Quiz

monotheïsme
polytheïsme
christendom
Jupiter & Juno
Germaans geloof
jodendom
tempel
kerk
paus

Slide 25 - Drag question

Wat was geen Romeinse god?
A
Jupiter
B
Venus
C
Aphrodite
D
Mars

Slide 26 - Quiz

Welk geloof ontstond als eerste?
A
Jodendom
B
Islam
C
Christendom
D
Romeins geloof

Slide 27 - Quiz

Hoe wordt het heilige boek van de christenen genoemd?

Slide 28 - Open question

Welk gedeelte van de Bijbel gaat over het leven van Jezus?
A
Oude Testament
B
Nieuwe Testament
C
Torah
D
Koran

Slide 29 - Quiz

Hoe heet de geestelijk leider van de christenen?

Slide 30 - Open question

Zet in de goede volgorde, van rijk naar arm:
1
2
3
4
proletariër
elite
slaaf
koopman

Slide 31 - Drag question

Grieks of Romeins?

Badhuizen
A
Grieks
B
Romeins

Slide 32 - Quiz

Grieks of Romeins?

Ons alfabet
A
Grieks
B
Romeins

Slide 33 - Quiz

Grieks of Romeins?

Bouwen met zuilen
A
Grieks
B
Romeins

Slide 34 - Quiz

Zelfstandig leren 
Tip: Leer de begrippen die je fout had tijdens de quiz.

Slide 35 - Slide