KD - 29 september 2021

 Kritische denkvaardigheden
29 september 2021
1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerHBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

 Kritische denkvaardigheden
29 september 2021

Slide 1 - Slide


  • FC
  • Dagstart 
  • Drogredenen
  • Maatschappelijk vraagstuk
  • Antwoorden analyse artikel 

Slide 2 - Slide

Voor vandaag:
Lees het artikel nog eens goed en maak een analyse (vanuit gekozen invalshoeken) van 80 tot 100 woorden.
    
Beargumenteer waarom je artikel behoort binnen het vakgebied ‘maatschappijleer’?

Tijdens het atelier zijn de kenmerken van een maatschappelijk probleem besproken. Beargumenteer waarom je onderwerp een maatschappelijk probleem is.

Slide 3 - Slide

Voor vandaag: 29 september
Lees hoofdstuk 6 en 7!

Maak een overzicht van drogredenen en bedenk een eigen voorbeeld bij iedere drogreden. 

Slide 4 - Slide

Niet kloppende argumentatie die soms lastig te ontkrachten is en in eerste instantie lijkt te kloppen.


Twee categorieën:

  • Niet bewijzen wat je stelt.
  • De tegenstander ongeloofwaardig maken.

Slide 5 - Slide

Niet bewijzen wat je stelt
Drie subcategorieën
   

  • Door de lezer/luisteraar af te leiden
  • Onlogica
  • Gebruik van autoriteit



Slide 6 - Slide

Hoe kun je mensen 'afleiden'?

Slide 7 - Mind map

Afleiden
  • Ontduiken bewijslast (het spreekt voor zich)
  • Omkeren bewijslast (toont u maar eens aan dat..)
  • Overhaast generaliseren
  • Red herring (geen antwoord op de vraag geven maar iets anders noemen)
  • Clichés gebruiken
  • Cirkelredenering

Slide 8 - Slide

Onlogica
  • Vals dilemma
  • Beroep op medelijden
  • Valse analogie 
  • Dreigement / hellend vlak
  • Non sequitur

Slide 9 - Slide

Autoriteit
Beroep op autoriteit

Misplaatste aanval op autoriteit

Slide 10 - Slide

Geloofwaardigheid aanvallen?

Slide 11 - Mind map

Geloofwaardigheid

  • De stroman
  • Op de man spelen
  • De jij-bak
  • Godwin's law

Slide 12 - Slide

Oefeningen
Noem eerst het soort, daarna het precieze type.

Slide 13 - Slide

Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.

Slide 14 - Open question

Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

Slide 15 - Open question

Ga jij niet mee naar de wedstrijd? Dus jij gaat je lekker zitten vervelen in je eentje?

Slide 16 - Open question

Condooms verergeren de verspreiding van aids, want dat zegt de paus.

Slide 17 - Open question

De Spanjaarden zullen moeten kiezen tussen een splitsing van het land of een burgeroorlog.

Slide 18 - Open question

Wat weet jij van nu gezondheid, jij eet alleen maar bij de Mac!

Slide 19 - Open question

Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond.

Slide 20 - Open question

Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.

Slide 21 - Open question

Voor vandaag:
Lees het artikel nog eens goed en maak een analyse (vanuit gekozen invalshoeken) van 80 tot 100 woorden.
    
Beargumenteer waarom je artikel behoort binnen het vakgebied ‘maatschappijleer’?

Tijdens het atelier zijn de kenmerken van een maatschappelijk probleem besproken. Beargumenteer waarom je onderwerp een maatschappelijk probleem is.

Slide 22 - Slide

Wissel uit
Leg elkaar uit waarom jouw artikel past bij maatschappijleer en waarom het een maatschappelijk probleem is. 
Ben je het eens met de analyse?
Doe dit in drietallen
15 minuten, 5 minuten per persoon
Aan het einde van de les kun je je analyse toelichten. 


Slide 23 - Slide

Herhaling: invalshoeken
Sociaal cultureel
Sociaal economisch
Politiek juridisch

Vergelijkend?

Slide 24 - Slide

In tweetallen
Klopt de analyse van jouw buurmens?

Slide 25 - Slide

Alleen; voor donderdag
8. Benaderingswijzen: Geef van alle benaderingswijzen (invalshoeken) een voorbeeld en beredeneer. 

9. Meningsvorming en argumenteren: Bepaal je eigen standpunt voor de gegeven stellingen en onderbouw die met drie argumenten.  

10. Meningsvorming en argumenteren: Benoem vervolgens drie tegenargumenten en weerleg deze met gebruikmaking van betrouwbare en wetenschappelijke bronnen.

Slide 26 - Slide