Les 4: Chapitre 1 "un deux splash" 2 havo-vwo

plattegrond
1 / 42
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

plattegrond

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

STARTKLAAR
- ga rustig op je vaste plek zitten.
- pak je etui, je boek en je schrift.
- Doe je tas op de grond.
- als de timer is afgelopen, stop je met praten en begint de les.


timer
3:00

Slide 3 - Slide

Prends tes livres!
Quel temps fait-il aujourd'hui?
Quelle est la date d'aujourd'hui?
11 septembre 2024

Slide 4 - Slide

Chapitre 1
Maandag 16 september 5e lesuur.

Faire: 16a,16e,17a,17c blz 32 t/m33

Leer voca A en B  blz 50
Leer phrases clés C


timer
3:00

Slide 5 - Slide

comment apprendre le vocabulaire
- leer eerst de eerste 5 woorden 
- pas als je deze goed kent
- ga je door met de volgende 5 woorden
- blijf herhalen met pauzes
- schrijvend leren!!!!! is succes!!!

Slide 6 - Slide

VOCABULAIRE
Apprendre

Voca A, B page 50


Ik ben met mijn zus met het vliegtuig naar Frankrijk geweest.

timer
7:00

Slide 7 - Slide

Bloc B: LIRE
On corrige !
P26..


Slide 8 - Slide

Bloc A: écouter
TB: page  24 t/m 25
 Wat: 6a, 6b, 7a, 7b
Hoe: Zelfstandig
Tijd: 10 min



Slide 9 - Slide

Bloc C: Parler
TB: page  30 t/m 31
 Wat: 13 t/m 15
Hoe: samen
Tijd: 15 min



Slide 10 - Slide

Prends tes livres!
Quel temps fait-il aujourd'hui?
Quelle est la date d'aujourd'hui?
16-09-2024

Slide 11 - Slide

VOCABULAIRE
Apprendre

Voca A  en B page 50

Note la phrase suivante et traduis sur ton cahier:
Ik ben in Nice geweest, het was warm.
timer
7:00

Slide 12 - Slide

Au travail
Bloc B: LIRE.
Wat: On corrige.



Slide 13 - Slide

Herhaling: passé composé 
Wat is de passé composé? 
Hoe maak je de passé composé van WW op ER (BVD : manger)?

Slide 14 - Slide

Passé composé: manger
J'           ai             mangé
Tu         as            mangé
Il            a              mangé
Nous   avons    mangé
Vous    avez      mangé
Ils          ont         mangé

Slide 15 - Slide

Passé-composé
Passé composé van être & avoir (onregelmatige ww)

Slide 16 - Slide

Passé composé
Persoonlijk vnw
avoir
voltooid dlw
J' (ik)
ai
parlé
Tu (jij)
as
parlé
Il/elle/on (hij/zij/men)
a
parlé
nous (wij)
avons
parlé
Vous (jullie/u)
avez
parlé
Ils/elles (zij)
ont
parlé
Ik heb gepraat
passé composé 

Slide 17 - Slide

Passé composé 
Faire 

J'ai      fait 
tu as    fait 
il/ elle / on      fait 
nous avons     fait 
Vous avez      fait
Ils/ elles ont   fait 
Voltooide Tijd 
Doen/ maken 

Ik heb gemaakt
jij hebt gemaakt 
hij/ zij heeft gemaakt
Wij hebben gemaakt
Jullie hebben gemaakt
Zij hebben gemaakt 

Slide 18 - Slide

Chapitre 1
Faire: 16A, 16D, 16E, 17A, 17B blz 32, 33

Leer voca A blz 50
Leer phrases clés C


Slide 19 - Slide

wat heb je geleerd deze les?

Slide 20 - Slide

Bonjour!
Le programme d'aujourd'hui:

  • Plattegrond maken
  • Chap 0 corrigeren
  • Bloc A Ecouter chap 1
Programme d'aujourd'hui

Slide 21 - Slide

plattegrond

Slide 22 - Slide

chapitre 1: un, deux, splash!
BUTS DU BLOC E: REGARDER
- Je gaat oefenen met woorden die te maken hebben met vakantie en nationaliteiten

Slide 23 - Slide

VOCABULAIRE
Apprendre

Voca B page 50

Note la phrase suivante et traduis sur ton cahier:
J'ai rencontré l'ami de mon frère.
Ik heb de vriend van mijn broer ontmoeten.
timer
7:00

Slide 24 - Slide

correction
page 32 à 33

Slide 25 - Slide

PAGES 38/39
 Wat: 20 t/m 22
Hoe: Samen
Tijd 15 mn

Slide 26 - Slide

Tu le sais encore?
  • - Ik breng mijn vakantie door in Frankrijk 
  • - Je passe mes vacances en France
  • - Ik heb mijn vakantie doorgebracht in Frankrijk
  • - J'ai passé mes vacances en France

Slide 27 - Slide

Présent (passer = doorbrengen)

Je passe

Passé composé (passer)

 J'ai passé

Slide 28 - Slide

Présent (passer = doorbrengen)
  

Je pass e
Tu pass es
Il/elle pass e
Nous pass ons
Vous pass ez 
Ils/elles pass ent
Passé composé (passer)
 

 J'ai passé
Tu as passé
Il/elle/on a passé
Nous avons passé
Vous avez passé
Ils/elles ont passé

Slide 29 - Slide

Verbe avoir = onregelmatig

Ik heb gehad

J' ai eu 
tu as eu
il/elle/ on a eu
nous avons eu
vous avez eu
ils/elles ont eu


Verbe être = onregelmatig

Ik ben geweest (met zijn)

J'ai été (met hebben) !!!! 
tu as été
Il/elle/on a été
nous avons été
vous avez été
ils/elles ont été

Slide 30 - Slide

Chapitre 1
Faire: 24 t/m25 blz 41 42

Leer voca A , B blz 50
Leer phrases clés C


FORMATIEF TOETS VOCA 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Un bel été en Provence
Vive les vacances!!!

Slide 33 - Slide

Gap
J'ai été à Saint-Tropez

Slide 34 - Slide

bloc A: Quelle surprise
écoutez bien!

Slide 35 - Slide

au travail!
exercices: blz 22 t/m25
  • 5A
  • 5B
  • 5C
  • 6 A,B
  • 7 A

Slide 36 - Slide

répétez- moi!
vocabulaire A
page 50.

Slide 37 - Slide

bilan
- donne 3 mots de la catégorie 

"vacances"

en français bien sûr

Slide 38 - Slide

donne 3 mots sur le thème : "vacances"

Slide 39 - Open question

Huiswerk
- apprendre voc A
- lire voc B
- finir les exercices (bloc A)
- faire 9, 10, 11 (bloc B)


Slide 40 - Slide

AU REVOIR!!!!

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video